Anders Zijn Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Anders Zijn. Here they are! All 100 of them:

Waarom zou een wonder geen wonder zijn alleen omdat een ander het niet ziet?
Arthur Japin
Ge kunt soms gedachten hebben die niet te dragen zijn tusschen vier muurkens. Die zoo geweldig groot zijn dat ge aan uw deurken moet, of anders zou uw kop openklakken.
Louis Paul Boon (Abel Gholaerts)
Ik zal afscheid nemen van mijn vrienden en weggaan zonder weg te gaan vanwege de herinneringen die ik meeneem en achterlaat en als ik terugkom zal alles anders zijn en toch hetzelfde en voorgoed veranderd.
Cees Nooteboom (Berlijnse notities)
Doen alsof' iets niet is wat het is, maar 'iets anders' misschien zijn mensen die dat kunnen 'gelukkig', rustig en zonder angst.
Jeroen Brouwers (Bezonken rood)
Hierdoor duurde het even voor ik doorzag wat de Hollanders zelf allang wisten, dat tolerantie iets anders is dan acceptatie, ja eerder het tegenovergestelde, en dat zulke verdraagzaamheid tegelijk een slim middel tot onderdrukking is. Iemand die je als gelijke aanneemt, omarm je onvoorwaardelijk, voor eens en altijd. Maar door iemand te laten weten dat je hem verdraagt, suggereer je in dezelfde adem dat hij eigenlijk een last is, als een zeurende pijn of een onaangename stank waarover je bereid bent tijdelijk heen te stappen. Onder tolerantie schuilt een dreiging: de stemming kan ieder moment omslaan. Eenmaal in kaart gebracht wordt ieder individu geacht keurig op zijn plek te blijven met een goed leesbaar etiket, als vergiften in een apothekerskast.
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
Al het oude was eens nieuw, en al het nieuwe zal eens oud zijn. Het alleroudste is het heden, want er is nooit iets anders geweest dan het heden. Nooit heeft iemand in het verleden geleefd, en in de toekomst leeft ook niemand.
Harry Mulisch (The Discovery of Heaven)
De ene mens mag de andere nooit tot middelpunt van zijn leven maken.
Etty Hillesum (Etty: de nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943)
Hij is geestig en onderhoudend wanneer hij gevoelde dat zijn geest begrepen werd, maar anders stug en teruggetrokken.
Multatuli
Lang nadat ik was opgehouden mijn vaders paden na te lopen, had ik van hem geleerd dat er in sommige levens bergen bestaan waar je niet naar terug kunt keren. Dat je in levens als het mijne en het zijne niet terug kunt naar de berg die het middelpunt is van alle andere, en het begin van je eigen geschiedenis. En dat mensen zoals wij, die op de eerste en hoogste berg een vriend hebben verloren, niets anders rest dan dwalen over de acht bergen.
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
Waren er geen herinneringen als er geen woorden waren? Wat was er dan, buiten woorden? Er moest toch íéts zijn? Niet buiten woorden, maar erachter, aan de andere kant ervan.
Marianne Fredriksson (De kinderen van het paradijs)
Een hond is een nogal slechte imitatie van een kat, maar kan als hond erg fraai zijn.
Ronald Giphart (Mijn vrouw en andere stukken)
Ik lachte, en dat deed pijn, omdat ik op dat moment al wist dat ik het heel anders zou doen als ik mijn leven maar dertig seconden terug kon draaien. Maar je kunt je leven niet terugdraaien. Dingen die gebeurd zijn, kun je niet ongedaan maken.
Alyssa Brugman (Walking Naked)
Applaus," zei hij, "wat een vreselijke manier om een kunstenaar te belonen. Hij heeft zich ingespannen de mooiste muziek te zingen of te spelen en het brengt zijn publiek tot niets anders dan het maken van het eentonigste lawaai dat er bestaat.
Willem Frederik Hermans (Au Pair)
Dingen kunnen nog zo rotsvast zitten, zolang je zelf maar blijft bewegen kun je ze altijd weer veranderen. Eén stap opzij, een stapje van niks is genoeg en heel de wereld oogt anders. Een mens moet in het leven zijn eigen coulissen verplaatsen.
Arthur Japin
Het leven moet nu en dan krankzinnig idioot zijn, soms moet je er een trap tegen geven zodat alles een ogenblik scheef komt te staan, anders is het een doffe aaneenschakeling van betekenisloze datums, waar je je ten slotte niets van herinnert [...].
Jeroen Brouwers
Ik weet niets van alchemie, maar ik zeg dit: zij zijn op de verkeerde weg. Het tastbare laat zich alleen door het ontastbare vormen. De werkelijkheid laat zich door niets veranderen dan door de geest. Om de dingen anders te maken hoef je ze niet aan te raken, je moet ze alleen anders zien.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Wat zijn dat, Creb?’ gebaarde Ayla, zwijgend omhoog wijzend. ‘Vuren in de hemel. Elk ervan is de vuurplaats van iemands geest in de andere wereld.’ ‘Zijn er zóveel mensen?’ ‘Het zijn de vuren van alle mensen die naar de wereld der geesten zijn overgegaan en van alle mensen die nog niet geboren zijn.
Jean M. Auel (The Clan of the Cave Bear (Earth's Children, #1))
Is Oeroeg minder dan wij' stootte ik uit. 'Is hij anders?' 'Ben je belazerd,' zei Gerard kalm, zonder de pijp uit zijn mond te nemen. 'Wie zegt dat?' Ik bracht, niet zonder moeite, mijn gewaarwoordingen van die middag onder woorden. 'Een panter is anders dan een aap,' zei Gerard, na een pauze, 'maar is een van de twee minder dan de ander? Dan vind je een idiote vraag, en je hebt gelijk. Blijf dat nou net zo idioot vinden, als het mensen betreft. Anders zijn - dat is gewoon. Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is- dat is nonsens. Oeroeg is immers je vriend? Als hij zo is dat hij je vriend kan zijn- hoe kan hij dan ooit minder zijn dan jij, of een ander?
Hella S. Haasse (Oeroeg)
Ik lach er mee, maar ik vraag mij af waarom de mensen niet gebleven zijn lijk de andere dieren, waarom wij en wij alleen moesten gekruisigd worden met die hel van het verstand dat alles wil ontleden en begrijpen, en dat ons niets bijbrengt dan vloeken en tranen. Hebt ge dat ooit van een beest geweten? Ze eten en slapen, ze drinken, paren en gaan dood, en ze zijn gelukkig. Wij niet, wij hebben het verstand dat ons doet vragen: waarom? En datzelfde verstand dat ons zegt: er is geen waarom, en als er toch een waarom moest zijn dan is er geen antwoord op.
Louis Paul Boon (De voorstad groeit)
… En ook’, ging hij verder: ‘ik had er behoefte aan om nog eens alleen te zijn met mezelf. Buiten dit tehuis ligt een wereld waarin je niets anders moet doen dan praten. Praten, praten, praten en nog eens praten. En luisteren of op z’n minst toch doen alsof, naar mensen die praten, praten, praten. En die kriskras door elkaar heen praten, praten, praten. Je hebt familiale en andere verplichtingen, wat vaak weer neerkomt op praten en luisteren, en ik had er gewoon geen zin meer in, in die hele sociale pantomime. Ik wou eindelijk stilte voor mezelf en alleen zijn met mijn gedachten. Hier kan ik dat min of meer. Het is de enige plaats waar wordt geaccepteerd dat ik volledig in mezelf ben gekeerd. Het was mijn laatste kans.
Dimitri Verhulst (De laatkomer)
Het is niet het kwaad dat je moet vrezen, maar de onverschilligheid die het toestaat dat het kwaad plaatsvindt, de mens die er niets om geeft en de andere kant opkijkt, de slappeling die geen verantwoordelijkheid neemt en doet alsof zijn neus bloedt.
Alex Boogers (Alle dingen zijn schitterend)
Voelde me langzaam anders worden, merkte dat ik iemand werd die ik niet wilde zijn. Nee, diep vanbinnen wás ik iemand die ik niet wilde zijn. Omdat het anders was, omdat mensen erover zouden praten, omdat ik in andere landen verboden was. Niemand had me gevraagd of ik dit wilde zijn. Niemand had bij me geïnformeerd wat ik ervan zou vinden. Niemand had verteld hoe ik ermee om moest gaan. Opeens was ik het gewoon. En hoe hard, hoe lang, hoe heftig ik het ook bleef ontkennen, ik kon het niet tegenhouden.
Splinter Chabot (Confettiregen)
Omdat men zal weten dat over de mens niets te bewijzen valt, dat er van hem in doen en laten, in wezen en verschijning, in heden en verleden, nog geen schim valt te bekennen van wat hij is en is geweest. Wij zijn niets anders dan de strandvonders van ons eigen leven, brokstukken verzamelend langs de zee der vergetelheid. In onze hand lopen wij met de verroeste spijkers van een groot, gezonken schip - en wij denken dat dit oudroest een horloge is.
Willem Frederik Hermans (Paranoia)
Godverdomme,' zei hij, 'gooi iemand anders wat op zijn poten.
Gerard Reve (De avonden)
Hoe destructief moet een culinaire voorkeur zijn, willen we besluiten iets anders te eten?
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Geen mens kon een ander overtuigen van zijn liefde; men kon er alleen maar aan geloven, van elkaar.
Simon Vestdijk (De dokter en het lichte meisje)
Antropocentrisme: de mens staat bovenaan in de evolutie, we zijn een geschikte maatstaf om het leven van andere dieren tegen af te zetten en de rechtmatige bezitter van al wat leeft.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Om je innerlijk vrij te voelen heb je ruimte in overvloed en eenzaamheid nodig. Andere noodzakelijke aspecten zijn vrij kunnen beschikken over je tijd, volledige stilte, een sober leven en een prachtige omgeving. De combinatie van die verworvenheden brengen je vanzelf bij een blokhut.
Sylvain Tesson (Dans les forêts de Sibérie)
Emerson heeft het helemaal door! 'Het moment dat we iemand anders tegenkomen, worden we een fractie van onszelf,' zei hij. Dat is mijn probleem. Ik ben 1/4 van wat ik zou moeten zijn. Misschien zelfs maar 1/8!
Steve Toltz (A Fraction of the Whole)
Tante is niet weg. De atomen die haar lichaam bij elkaar hield, zijn vrij nu. Ze hoeven niet langer samen te werken om die ene persoon in stand te houden, het is als het rafelen van een trui, steek na steek verlaat de vorm waarin hij was gevangen. En al die miljarden atomen gaan op in iets anders: het huis van een slak, een mangobloesem en haar bijen. Ze zal zich in rivieren storten en naar zee vloeien, een glad schelpje zijn op de golven, zowel als de veren van een opstijgende visarend én de wind die erdoorheen blaast.
Annelies Verbeke (Dertig dagen)
Ik deed mijn nachtlampje uit en kroop onder mijn dekbed. Wat was eigenlijk erger? Gek zijn of echt terug in de tijd springen? Vermoedelijk het laatste, dacht ik. Tegen dat andere kon je misschien nog wel een pilletje slikken.
Kerstin Gier (Rubinrot (Edelstein-Trilogie, #1))
Geen beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken, dan dit geschiedenisonderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd en geprezen. Het heeft lang geduurd voor ik mijzelf geheel van de obsessie bevrijd had, dat een neger altijd en onvoorwaardelijk de mindere zijn moest van iedere blanke.
Anton de Kom (Wij slaven van Suriname)
Ruud is in 2003 overleden. Veertien jaar geleden alweer.' 'O,' zei Paul, 'Dat spijt me.' 'Zelfdoding. Ja, ik zeg het maar even meteen, anders blijft het zo hangen.' Paul keek rond, zijn ziel vloog als een musje tegen het raam.
Tommy Wieringa (De heilige Rita)
Wij zijn niets dan stukjes en beetjes, verweven tot zó’n vormeloos en onsamenhangend geheel dat elk onderdeel, elk moment, een eigen rol speelt. En er bestaat evenveel onderscheid tussen ons en onszelf als tussen ons en de ander.
Michel de Montaigne (De essays (Dutch Edition))
Hij is mooi he?' Ze stond nu naast hem aan de andere zijde. 'Ja, hij is heel mooi.' Ze glimlachte naar me terwijl ze over zijn haar streek. Ik glimlachte terug. 'Mijn jongen', zei ze en ze bleef over zijn haar strijken. Ik wist net als zij dat ze bij leven al jaren niet meer over zijn haar had mogen strijken en ik dacht dat het vreselijk moest zijn om een moeder te zijn.
Esther Gerritsen
Ze zeggen dat rouw even diep is als liefde was. Sommige dagen kom ik tot het inzicht dat ik geluk heb gehad omdat ik Maria zo lang naast me heb gehad en op andere dagen stel ik vast dat als ik haar niet zo lang naast me had gehad het niet zo moeilijk zou zijn om haar te missen. Elke dag moet ik beslissen of ik dankbaar ben of eenzaam. Maar ik wil haar verdomme gewoon terug zien. Dat is wat ik wil.
Ish Ait Hamou (Het moois dat we delen)
In het algemeen wordt passiviteit te weinig als deugd erkent. Actie lijk altijd beter - want heroïscher - dan rustig afwachten en nietsdoen. Vermoedelijk komt dat ook omdat wij vrijwel allemaal neuroten zijn die de leegte willen opvullen met werk en andere activiteiten.
Arnon Grunberg
Het moet trouwens toch maar eens afgelopen zijn met de 'moderniteit' in dit jaar - dat is zo'n rekbaar begrip, door tijdgenoten en latere generaties telkens anders geïnterpreteerd en door iedere generatie steeds weer in een ander tijdsgewricht geplaatst, dat het eigenlijk helemaal niet geschikt is om de ontzaglijke niet-gelijktijdige gelijktijdigheid die het jaar 1913 vooral kenmerkt naar behoren te schetsen.
Florian Illies (1913: Der Sommer des Jahrhunderts (1913, #1))
Vrijheid betekent niet alleen doen wat je wilt, maar ook weten wat je doet, vrijheid betekent overtuigingen hebben en daarnaar handelen. Anders blijft alleen onwetendheid over, een toestand waarin we ons opwinden over onbelangrijke zaken en in alle gemoedsrust dingen accepteren die gruwelijk zijn.
Karen Duve (Anständig essen: Ein Selbstversuch)
Ik ben niet treurig. Ik heb alleen groot medelijden met de andere mensen die zo ver bij mij vandaan zijn en al had ik een radiozender tot mijn beschikking, het zou geen nut hebben hun te zeggen wat ik denk. Ik kan hen niet begrijpen en zij mij evenmin. De gekste sprookjes zijn niet uit hun hersens weg te branden, varianten op domme grootheidswanen, uitgebroed toen hun voorouders nog in holen woonden en niet beter wisten of de hele kosmos was niet groter dan hun hol. En als ze er niet aan geloven, dan hopen ze toch wel spirituele openbaringen te kunnen putten uit materiële nonsens. Want, zeggen ze, wij kunnen zo alleen niet verder leven, wij hebben behoefte aan troost. (Leef ik soms niet verder? Wie troost mij?) Daarvoor laten ze de pausen in paleizen wonen en de Aga Khan diamanten eten. Aan de miljoenen die uit naam van hun troostende leugens mishandeld worden, aan de absurde wetten die er zelfs in de beschaafdste landen op zijn gebaseerd, denken zij nooit, want zij willen in slaap gesust worden met sprookjes en hoe meer bloed ervoor vergoten wordt, hoe beter zij erin kunnen geloven. Want bloed is het enige waarover ze beschikken en het enige onomstotelijke existentiële feit is hun onverzadelijke bloeddorst.
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
Toen hij de kluizenaar in de zachte aarde naast het beekje begroef, besefte hij dat alles mogelijk zou zijn voor hem op deze plek. Hij had voedsel en water; hij had een huis; hij had een nieuwe identiteit voor zichzelf gevonden, een nieuw en totaal onverwacht leven. Hij kon de ommekeer bijna niet vatten. Nog geen uur geleden had hij willen sterven. Nu beefde hij van geluk, niet in staat te stoppen met lachen toen hij de ene schop na de andere op het gezicht van de dode man wierp.
Paul Auster
Het valt niet te ontkennen dat wij in elke afzonderlijke tak van het menselijk kunnen zo veel vooruitgang boeken dat wij terecht het gevoel hebben het niet bij te kunnen houden; zou het niet mogelijk zijn dat daaruit ook het gevoel ontstaat dat wij geen vooruitgang beleven? Uiteindelijk is vooruitgang niets anders dan het resultaat van alle gezamenlijke inspanningen, en eigenlijk kun je dus al van tevoren zeggend at de werkelijke vooruitgang altijd juist dat zal zijn wat niemand wilde.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
Ieder obsessief en verslaafd gedrag is een vorm van mateloos consumptiegedrag. Consumeren is iets van buiten naar binnen halen, iets tot je nemen en verbruiken. Datgene wat je verbruikt noem ik voedsel. Het kunnen alcohol, drugs, geld, sigaretten, vrouwen of mannen zijn, die geconsumeerd worden, maar bij mij heet het allemaal voedsel. Anders valt het niet te begrijpen. Het gaat mij vooral om deze beweging van buiten naar binnen. Die is tegengesteld aan de emotie, aan de uitdrukking, aan het vertellen, aan het van binnen naar buiten brengen. En dat is verslaving ook. Ze is gericht op de vernietiging van een emotie, van kennis en van een ware zin.
Connie Palmen (De vriendschap)
De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuïtie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (…). Al die intuïtieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
Dat waren andere tijden.' Het zijn altijd andere tijden,' zei Renée.
Els Beerten (Allemaal willen we de hemel)
Om te overleven moet je jezelf wijsmaken dat de werkelijkheid anders is dan-ie is. Dat lukt en je overleeft. Maar hoe kom je er dan nog achter wat die werkelijkheid was? En is?
Joris Luyendijk (Het zijn net mensen: Beelden uit het Midden-Oosten)
Wilders gooide met zijn uitspraak over ‘minder Marokkanen’ een grote steen in een stille vijver. Want waar gaat het om. De Marokkanen moeten kiezen: Of ze zijn Nederlander, en dan weten ze ook dat iedereen in Nederland mag zeggen wat hij wil zeggen. Geert Wilders dus niet minder. Of ze zijn hier gewoon als gasten. Dan moet voor hen een andere regeling gelden.
Ali Lahrouchi (De ontworsteling)
Lise vroeg zich af waarom mensen dat deden, terugdenken aan vroeger, en of het ergens tegen hielp. Zij deed het bijna nooit. Misschien omdat vroeger voor haar nog niet zo lang geleden was. Of omdat ze zich zo weinig herinnerde, zelfs de momenten vastgelegd op foto leken haar eigenlijk een ander te zijn overkomen. Of omdat ze toen een kutkind was, dat kon ook.
Griet Op de Beeck (Let op mijn woorden)
Wanneer de schrijver niets anders doet dan zijn ervaringen en hersenschimmen neerschrijven, is hij geen schrijver maar een verteller: iemand, die iets verliest. Van belang is alleen wat er op het papier gebeurt, in de vormgeving, datgene, wat hij niet had voorzien, datgene, wat hij niet wist, datgene, wat hij niet was, datgene, wat hij vindt: dat alleen is creatie.
Harry Mulisch
Ze dacht aan Peter Vasiljev en aan de geesten van niet-geleefde dromen, die gedoemd zijn een mens te blijven achtervolgen. Ze zag zichzelf nog een laatste keer in het Théâtre du Châtelet over het toneel zwieren, gewild, geliefd, bejubeld, en sloot het glimlachend in haar hart, dat verloren andere leven, vol vrijheid, ongebreidelde hartstochten en provocaties, in de kring van uitverkorenen en voortreffelijken - ten slotte dwong ze zichzelf toch op te staan, omdat Kitty en Kostja alweer ruziemaakten en Christine hen niet tot de rede wist te brengen.
Nino Haratischwili (Das achte Leben (Für Brilka))
waardoor ik niet anders kan dan concluderen dat dit is hoe het is dat we dit blijkbaar zo hebben afgesproken met elkaar blijkbaar doen wij in dit deel van de wereld de grote dingen in het leven alleen kinderen krijgen ze grootbrengen liefde zoeken werk zoeken keuzes maken herstellen onze weg vinden bezorgd zijn om de toekomst van de planeet sterven al die dingen doen we eigenlijk alleen
Suzanne Grotenhuis (Waar zijn de wolken. Een pleidooi voor minder zelfzorg)
Er staan boterhammen voor je in het buffet,' zei zijn moeder. 'Dank je wel,' zei hij. Ze schakelde de radio in. 'Geen landbouw, geen veeteelt, geen slechte muziek, geen geoudehoer,' zei Frits. geen walsen van Strauss, geen illustratieve muziek. Laat alleen het allerbeste doorkomen. Toon, desnoods een gebrekkige, maar vooruitstrevende smaak.' 'Ik krijg er hoofdpijn bij,' dacht hij. 'Je bent niet aleen in huis,' zei ze. 'Je moet ook eens aan iemand anders denken. Het wordt tijd, dat je eens met anderen rekening houdt.' De radio was warm geworden en begon geluid te geven. 'Ik ben zo alleen en denk steeds aan jou,' zong een tenor. Zijn vader draaide de knop naar links, maar juist nog niet uit. Men kon horen, dat er gezongen werd, maar verder niets onderscheiden. 'Zo wordt het toestel gesmoord,' dacht Frits, kwam naderbij en zocht de schaal af. Tenslotte draaide hij de knop af.
Gerard Reve (De avonden)
Alles bestaat maar en gaat maar door, op iedere zomer volgt een nieuwe zomer, op iedere nacht een dag en weer een nacht, bloemen zijn nauwelijks uitgebloeid en uit de zaden groeien alweer nieuwe, ieder mens krijgt een kind en dat krijgt weer een kind en dat op zijn beurt ook weer een kind, het maakt niet uit wat jou overkomt, want er is in jouw plaats altijd een ander, even goedgelovig en vermeend bijzonder en vervangbaar als jij, en die hele aardse tredmolen draait zo maar door, tot in de eeuwigheid der eeuwigheden. Het laat hem niet meer los, dat gevoel van verdovende herhaling tot in het oneindige. Hij valt in slaap, het is er ’s ochtends nog steeds en de dagen en de nachten daarna. Er is niets om voor wakker te worden, om voor op te staan. Het is alsof hij uitgeput tegen een muur wil leunen, en telkens als hij een stap in zijn richting doet, wijkt de muur terug. Eindelijk begrijpt hij waarom Eliza May bij haar volle verstand voor de naam Emery en de vloek koos. Het was geen keuze voor de dood, het was een keuze juist voor het leven, hartstochtelijk en kort. Alles verliest zijn waarde als het er altijd is, alsof je langzaamaan blind wordt.
Anjet Daanje (Het lied van ooievaar en dromedaris)
Wat had hij steeds te kijken? Waarnaar? Er is niks na de dood. Je gaat dood, klaar, je wordt begraven. Als je leeft, ook al ben je niet gelukkig, kun je door de frisse lucht lopen, in je tuintje. Als de geest verdwijnt, ben je weg, dan word je aarde. Geest is geest en de rest is aarde. Aarde, meer niet. De een sterft in de wieg, de ander haalt grijze haren. Gelukkige mensen willen niet dood. Niet als ze iemand hebben die van hen houdt. Dan willen ze er nog een jaartje bij. Maar waar zijn er gelukkige mensen?
Svetlana Alexievich (Second-Hand Time)
Den uitvreter, dien je in je bed vond liggen met zijn vuile schoenen, als je 's avonds laat thuis kwam. Den uitvreter, die je sigaren oprookte, en van je tabak stopte en je steenkolen verstookte en je kasten nakeek en geld van je leende en je schoenen opdroeg en een jas van je aantrok als-i in den regen naar huis moest. Den uitvreter, die altijd wat liet halen op den naam van een ander; die als een vorst jenever zat te drinken op 't terras 'Hollandais' voor de centen van de lui; die parapluies leende en nooit terugbracht; die een barst stookte in de tweedehandsch kachel van Bavink; die dubbele boorden droeg van zijn broer en de boeken uitleende van Appi, en buitenlansche reizen maakte als-i z'n ouwe heer weer had afgezet, en pakken droeg, die hij nooit betaalde.
Nescio (De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel)
De geruststelling die uitgaat van altijd dezelfde rol spelen, in de wetenschap dat de ander de zijne zal spelen: ze hadden geen discussies, maar voerden een toneelstukje op waarvan ik het slot elke keer zag aankomen, en ook ik zat uiteindelijk gevangen in dat stramien.
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
je kunt alles doorstaan zei Phoebe, zelfs als het vertrouwen geschonden is, als het maar eerlijk wordt bekend. je wordt dan levenspartners op een andere manier, maar je kunt nog wel partners blijven. maar liegen- liegen is een goedkope manier van macht uitoefenen over de ander. wie liegt, kijkt toe terwijl de ander handelt op basis van onvolledige informatie- met andere woorden zichzelf vernedert. ... het is toch eeuwig hetzelfde verhaal. de man verliest de hartstocht voor de huwelikspartner, zonder dat kan hij niet leven. de vrouw is pragmatisch. de vrouw is realistisch. zeker de hartstocht is geluwd, maar zij is tevreden met de lichamelijke genegenheid, gewoon samen met hem in bed liggen, hij in haar armen, zij in de zijne. maar voor hem is dat niet genoeg. hij is een man die niet zonder leven kan
Philip Roth (Everyman)
Niets waaraan mensen zich zo lelijk kunnen verwonden als aan het geluk van een ander. Dat iets moois je kwalijk genomen zou kunnen worden, als je jong bent kun je zoiets niet geloven. Dat iemand je de liefde misgunt, hoe kun je daarop bedacht zijn? De eerste tijd heb je het ook helemaal niet door. Omdat het in jou zo zingt ga je ervan uit dat iedereen meeneuriet. Dat ze meedeinen op jouw muziek. Dit is maar schijn. Door jouw roes lijkt het of ze tollen. In feite staan ze stil en ze zetten zich alvast schrap. Vroeger of later bots je in volle vaart tegen ze op.
Arthur Japin (Vaslav)
Ik vraag me vaak af waarom wij dat niet meer kunnen, zinloos gelukkig zijn. Waarom we, als we groter worden, in nauwe en lage ruimten zitten, waar we ons ook bevinden, hooguit van de ene ruimte naar de andere gaan, terwijl we als kind toch in een ruimte zonder muren waren. Want zo herinner ik het me: toen ik klein was, was mijn onderdak mijn hier en nu. Noch het verleden noch de toekomst kon me iets maken, en hoe mooi zou het zijn als dat vandaag nog zo was. Als we bijvoorbeeld niet voor het resultaat zouden kunnen werken, maar uit overgave, zonder inspanning.
Milena Michiko Flašar (I Called Him Necktie)
Op een dag - ik was een jaar of negen - werd het mij allemaal duidelijk. 'Ik had nooit kinderen moeten nemen,' zei mijn vader terwijl hij naar het tafelblad staarde alsof het pas op dat moment tot hem doordrong, en we medelijden met hem moesten hebben. 'Harun, niet waar de kinderen bij zijn,' zei mijn moeder. 'Ze mogen het weten,' zei hij. 'Ze moeten weten dat ik anders ben.' Hij zweeg even en keek toen ineens trots op: 'Ik ben geen klassieke vader, ik ben een communist!' Ik keek hem onbewogen aan. En ik herinner me goed dat ik me niet gekwetst voelde. Voor het eerst voelde ik me niet gekwetst, want ik dacht: je hebt gelijk. Je hebt helemaal gelijk, baba. Dit zegt een vader niet tegen zijn kinderen. En alles daarom al had je geen kinderen moeten nemen. Alleen daarom al had je geen vader mogen worden. Alleen daarom al had je mijn vader niet mogen zijn.
Murat Isik (Wees onzichtbaar)
Weinig oude mensen zijn tevreden, Irina. De meesten leven in armoede, met een gebrekkige gezondheid en zonder familie. Dit is de moeilijkste en kwetsbaarste fase van ons leven, erger nog dan je kinderjaren, want met de dag ga je verder achteruit en er wacht je geen andere toekomst dan de dood.
Isabel Allende (The Japanese Lover)
Ik ken maar één ding, dacht ik toen. Niet de aarde en niet de zon, alleen het oog dat de zon ziet, en de voeten die de aarde voelen. En zelfs dat oog en die voeten zijn een raadsel voor mij. De wereld om mij heen is mijn verbeelding, of, met andere woorden: de wereld is een verbeelding van mij.
Philip Huff (Niemand in de stad)
Wanneer alle spelers na de gedane arbeid op de parkeerplaats voor de school in de steeds warmer wordende avondlucht bijeenkwamen om de ervaringen van die dag uit te wisselen, begreep ik dat iedereen geraakt werd door het stuk waarmee hij bezig was en we voelden dat het over de dood ging en ik geloof dat we beseften (al weten de goden dat we er niet bewust aan dachten) dat dit Wohlmans manier was om ons te vertellen dat ons, zodra we klaar waren met deze school, niet de toekomst wachtte met al zijn openbaringen, kansen en al die andere zaken die we ons hadden voorgesteld - een zee van mogelijkheden en ervaringen - maar juist het begin van iets anders, iets zonder de exploderende kleurenpracht die we elkaar hadden voorgeschilderd, hier zetten we de eerste onmogelijke stappen op weg naar het werkende leven, naar de routine, de eindeloze herhaling, de systematiek en het leven van alledag waar iedereen die vóór ons volwassen geworden was al lang deel van uitmaakte, ochtenden, werkdagen en bezoekjes aan de supermarkt en de rijen voor de kassa en de uren voor de tv of de uren met de was of koken en kinderen die je op sommige dagen liever niet gehad had en de grenzeloze irritatie over de naïeve jeugd die het had over Kerouac, de planning van de volgende ochtend, dit alles ad nauseam herhaald, slechts onderbroken door korte dagen die zich ontvouwden en dan weer verschrompelden, 's zomers of met Kerst, dagen die alleen nog extra benadrukten dat niemand ons kwam verlossen en dat we alleen maar konden hopen dat we in elk geval een beetje konden dansen op het ritme van onze inmiddels o zo voorspelbare levens, dat dat juist onze redding zou blijken zodat we niet langer zouden vechten tegen de monotonie maar die juist zouden accepteren, dat we het triviale zouden omarmen, zoals Wohlman ongetwijfeld gedaan had, tot we op een dag wakker werden en beseften dat de maat waarop we dag in dag uit bewogen, wankel en allesbehalve gracieus, uiteindelijk onze eigen hartslag was, naar, bij gebrek aan een beter woord, hartenlust kloppend van opluchting omdat we nu eindelijk in de geweldige maalstroom waren beland van identieke, voorspelbare dagen.
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
De Verenigde Naties vatten de milieueffecten van de vleesindustrie als volgt samen: Het fokken van dieren voor de voedselproductie (ongeacht of dat in de bio-industrie of op traditionele wijze gebeurt) 'is een van de drie belangrijkste oorzaken van de meest bedreigende milieuproblemen, op elke schaal, lokaal of wereldwijd. De veeteelt zou een van de belangrijkste aandachtspunten moeten zijn als het gaat om problemen als verschraling, klimaatverandering, luchtvervuiling, watertekorten, watervervuiling en afnemende biodiversiteit. Het aandeel van de veeteelt in de milieuproblematiek is zeer aanzienlijk." Met andere woorden, als je om het milieu geeft en de wetenschappelijke resultaten van bronnen als de VN onderschrijft (of de Intergouvernementele Comissie voor Klimaatverandering, of het Center For Science in the Public Interest, de PEW-commissie, de Union of Concerned Scientists of het World-Watch Instituut,...), dan móet het eten van dieren je aan het hart gaan.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Ik voel de drang tegen de grenzen van de taal storm te lopen, en dat is geloof ik de drang van alle mensen die ooit geprobeerd hebben over ethiek en religie te schrijven en te spreken. Dat stormlopen tegen de wanden van onze kooi is geheel en al zinloos. Voor zover de ethiek ontstaat vanuit de wens iets over de uiteindelijke zin van het leven te zeggen, over het absoluut goede, het absoluut waardevolle, kan ze geen wetenschap zijn. Door wat ze zegt wordt onze kennis in geen enkele zin vermeerderd. Maar het is getuigenis van een drang in het menselijke bewustzijn die ik persoonlijk alleen maar kan waarderen en die ik voor geen enkele prijs belachelijk zou maken.
Ludwig Wittgenstein (Vortrag über Ethik und andere kleine Schriften)
Zijn goede bedoelingen werden gedwarsboomd door de onwankelbare starheid van Rebeca, die vele jaren van leed en ellende nodig had gehad om de voorrechten van de eenzaamheid te verkrijgen en die niet van plan was daarvan af te zien in ruil voor een oude dag welke verstoord zou worden door de valse aantrekkelijkheid van een anders medelijden.
Gabriel García Márquez (One Hundred Years of Solitude)
De echtgenote gaat voor hem staan en draait een rondje. Op hoge hakken kunnen haar benen de vergelijking met lang geleden doorstaan. Hun eerste kennismaking, de eerste dagen, de eerste weken. De tijd dat je een onbeschreven blad bent voor de ander, de vrijheid die dat met zich meebrengt, het geluk. Ergens in haar benen zit de vrijheid die Hofmeester is kwijtgeraakt, en weer heeft teruggevonden op Schiphol. Maar toen smaakte die vrijheid hem niet meer, beter gezegd, daar proefde hij de ware smaak van de vrijheid: gal. Ergens in haar benen zit de herinnering aan geluk. Mooi waren ze altijd al geweest, die benen, lang, slank en toch gespierd. Als ze indruk wilde maken deed ze een korte rok aan. Hij herinnert zich de blikken van de andere mannen, hij herinnert zich de eerste keer dat hij besefte dat hij kinderen had gekregen met een vrouw die eigenlijk te jong voor hem was, die niet bij zijn leeftijd noch zijn status paste. Haar stillevens stelde niet veel voor, maar als stilleven was ze zelf onovertroffen. De hel waren niet de anderen. Hij was het zelf. De hel zat diep in hem. Verankerd, verborgen en onzichtbaar, maar wel levend en warm. Gloeiend heet.
Arnon Grunberg (Tirza)
Fredkin [...] praat over een interessant kenmerk van computerprogramma's, waaronder cellulaire automaten: er is geen kortere route mogelijk naar wat de uitkomst wordt. Dit is het wezenlijke verschil tussen de 'analytische' benadering van de traditionele wiskunde, inclusief differentiële vergelijkingen, en de 'computer'-benadering met algoritmes. Je kunt een toekomstige toestand van een systeem voorspellen zonder alle tussenstappen te kennen als je de analytische methode gebruikt. Maar bij cellulaire automaten moet je alle tussenstappen doorrekenen om te weten hoe de uitkomst zal zijn: je kunt de toekomst niet voorspellen, behalve door de toekomst af te wachten. [...] Fredkin legt uit: 'je kunt het antwoord op een vraag niet sneller kennen dan wanneer je volgt wat er gebeurt.' [...] Fredkin gelooft dat het universum letterlijk een computer is en dat het gebruikt wordt door iets of iemand om een probleem op te lossen. Het klinkt als een grap met goed en slecht nieuws: het goede nieuws is dat onze levens een doel hebben; het slechte nieuws is dat onze levens het doel zijn van een of andere hacker ver weg die pi wil uitrekenen met een oneindig groot getal achter de komma.
Ray Kurzweil (The Singularity is Near: When Humans Transcend Biology)
Het was als met een verhaal. Als met een boek. Wat is het dat wij van een boek verlangen? Dat iemand een ontwikkeling doormaakt - dat hij tot inzicht komt? Maar stel dat die ontwikkeling en dat inzicht er niet zijn? Dat staat in wezen toch ook veel dichter bij de werkelijkheid? Mensen die in hun leven een ontwikkeling doormaken zijn op de vingers van één hand te tellen. Om over inzicht nog maar te zwijgen. Nee, de werkelijkheid is dat wij altijd dezelfde blijven. We zien een film in de bioscoop en besluiten een ander leven te gaan leiden, maar de volgende dag zijn we dat alweer vergeten. We nemen ons voor om aardiger te zijn, om aandachtiger te luisteren. Dat houden we een halve dag vol. Daarna snauwen we weer als vanouds - het snauwen is dat ene afgedragen jasje dat ons het best past.
Herman Koch (Geachte heer M.)
Seventig tot negentig procent van de kippen in de winkel heeft een andere potentieel dodelijke ziektekiem onder de leden, de campylobacter. De kippen worden vaak door een chloorbad gehaald om slijk, stank en bacteriën weg te spoelen. Grote kans dat het de consument opvalt dat hun kip niet helemaal smaakt zoals het hoort - hoe lekker kan een met medicijnen volgepropte, van ziektes vergeven en met stront overdekte vogel in vredesnaam smaken? - dus wordt het vlees geïnjecteerd met kunstmatige geur- en smaakstoffen en zoutoplossingen zodat het oogt, ruikt en smaakt zoals we het intussen gewend zijn. (Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat kip- en kalokoenproducten, vaak zelfs met het predicaat 'natuurlijk', voor tien tot dertig procent bestaan uit toegevoegde geur- en smaakstoffen en water.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Mijn hele leven heb ik gezocht naar verwantschap, mezelf dikwijls genoeg wijsgemaakt dat er van zulk een verwantschap sprake was, terwijl die er nooit, met geen enkel ander mens, of andere groep van mensen, geweest is, en er ook nooit zal zijn. Met kollegaas kan ik geen zinnig woord wisselen, en met het soort mensen dat men gevoelsgenoten pleegt te noemen is het nog erger - hoogmoet of Selbsthaß spelen hierbij een geringe rol, geloof ik - want in hun gezelschap voel ik mij zelfs eenzamer dan wanneer ik alleen ben, niet omdat ze zijn zoals ze zijn, maar juist omdat ze maar gedeeltelijk zijn zoals ze zijn en bijna allen, zonder uitzondering, de Moed missen zich in te zetten voor datgene, dat zij beweren lief te hebben, alsook de moed om te vechten en er op los te rammen als het er op aankomst, inplaats van die anonimiteit te prefereren waarbij men doet of men tot een onderwereld behoort die zo spoedig mogelijk zou moeten worden uitgeroeid; wat een ellende, dat zonder geslachtsnaam zich voorstellen als 'Rudi' of 'Eddie', dat eeuwige geteem over de snit van een broer en 'waar heb je dat gekocht' en nooit, nooit, godverdomme, één verstandig woord, of desnoods een onverstandig woord, over kunst, politiek, ethiek, religie.
Gerard Reve (Op weg naar het einde)
Ik weet niet wat het is met ons,' zei hij gelaten toen ik een week voor zijn dood de nacht naast hem doorbracht. 'We doen het er niet om maar op de een of andere manier vallen wij overal buiten. Heb je dat ook gemerkt? Word jij ook wel eens beslopen door het gevoel er niet bij te horen zonder dat je zou kunnen zeggen waarbij? Dat je rebels wordt genoemd alleen maar omdat je niet het riedeltje van Koekoek Eenzang zingt? Zorg daarom dat je zelf je plan trekt, ook als ik er niet meer ben, anders word je verpletterd door de horden. Het belangrijkste in het leven is zelfredzaamheid. Dan komt er een hele tijd niets, en dan komt voetje voor voetje de zachtheid aangeslopen. Zachtheid en zelfredzaamheid, daar gaat het om. Maar die zachtheid moet natuurlijk wel verdiend worden, dus daar moet men uiterst spaarzaam mee omgaan. Niet vergeten.
Charlotte Mutsaers (Harnas van Hansaplast)
Mijn worsteling is nooit geweest om een inhoud te vinden: ik had veeleer een teveel op het hart dan te weinig. Neen, het is altijd de vorm geweest, waarmede ik worstelde, als dat de juiste uitdrukking is. Inhoud heb ik altijd volop gehad, maar het was te veel tegelijk dat zich aandiende, en bijna alles daarvan joeg mij angst aan. Was ik gek? Zoude iemand anders het kunnen begrijpen? De geur van een Jongen zijn kleren; de tover van diens lichtval op diens haar; uniformen; het ruisen der zee; het ondoordringbare Woud, waar de Meedogenloze Jongen woont, alleen met zijn iets oudere broertje dat een vrome houthakker is en iets vermoedt van mijn mateloos verlangen. Troost is er nergens. De wind in de boomtoppen zingt: 'Voorbij...Voorbij...voor eeuwig...? 'En ik kan het woud nooit meer uit want de stukjes brood die ik achter mij gestrooid heb zijn alle door de vogeltjes opgegeten.
Gerard Reve (Zondagmorgen zonder zorgen)
Maar een trein vergeef je veel. Want de trein is een wonder waarover met grotere gebaren kan worden verteld dan over enig ander voertuig. De naam Stephenson galmde door alle klaslokalen, en misschien galmt hij zelfs in het klasje waar ik achteraan in de klas zat en van mijn stotterende buurman luizen kreeg nog altijd na. Wij hebben heldenverhalen gehoord over de eerste trein en niet over de eerste auto, wij weten dat België het dichtste spoorwegennet ter wereld heeft, dat de eerste Europese passagierslijn tussen Brussel en Mechelen liep en dat de koeien zodanig flipten op het voorbij denderen van die eerste trein dwars door hun ooit zo rustige wei dat de hele bevolking wel drie weken lang zure melk moest drinken waarop een vel lag van zo'n zeven duimen dik. Overdrijf ik? Een beetje, maar toch niet veel. Meester Buyle hief zijn armen ten hemel, zijn hoofd zwol op tot de foto van koning Boudewijn in de schaduw van zijn kaken stond wanneer hij oreerde over een tijd waarin België nog iets betekende op wereldvlak, over vooruitgang, over stationsgebouwen die werden opgetrokken als gotische kathedralen, en dat al die welvaart te maken had met de komst van de trein en de schitterende organisatie van onze spoorwegen. Ik ben er zeker van dat meester Buyle niet de enige leraar was die zich ooit op deze wijze voor het bord heeft aangesteld.
Dimitri Verhulst (Dinsdagland: Schetsen van België)
Als je mij vraagt zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent. Laat een kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter een andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet meer geïnteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor hun spiegelbeeld. Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief. Een ‘ik’ dat zich vragen kon stellen over een 'zelf’ bestond niet. Tweede stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst ziet 'ik’ zich 'zelf’. Psychologie was in dit stadium een overbodige wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben wij de genadeslag van de waarheid gekregen. Het derde stadium begint met de uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het dat er een pasfoto van ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van ons spiegelbeeld? Hoogst zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet schilderen en het beviel hem niet, kon hij de schuld aan de schilder geven. Maar de camera, weten wij, kan niet liegen. En zo kom je in de loop van de jaren, via talloze foto’s, erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat andere mensen hem zien zoals hij is op die foto’s die hij niet kan endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het derde stadium: het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot radeloosheid. De psychologie komt tot bloei.
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
Want niet alleen God is voor de wereld verloren gegaan, maar ook de duivel. Zoals het kwaad op verwensbeelden wordt geschoven, zo wordt het goede geschoven op wensbeelden die men vereert omdat ze datgene doen wat men zelf ondoenlijk vindt. Men laat andere mensen zwoegen terwijl men vanaf een zitplaats toekijkt, dat is de sport; men laat mensen de eenzijdigste overdrijvingen te berde brengen, dat is het idealisme; men schudt het kwaad van zich af en degenen die ermee worden bespat, dat zijn de verwensbeelden. Zo krijgt alles op de wereld zijn plaats en zijn ordening, maar deze techniek van heiligenverering en zondebokkenmesterij door afschuiven is niet ongevaarlijk, want ze vervult de wereld met de spanningen van alle onuitgevochten innerlijke conflicten. Men slaat elkaar dood of verbroedert zich zonder ooit zeker te weten of men dat in volle ernst doet, omdat men immers een deel van zijn wezen buiten zichzelf heeft, en alle gebeurtenissen schijnen zich half vóór of achter de werkelijkheid te voltrekken, als een spiegelgevecht van de haat en de liefde. Het oude geloof in demonen, dat voor al het goede en het slechte waarmee men te maken kreeg de hemelse of helse geesten aansprakelijk stelde, werkte veel beter, accurater en netter, en men kan slechts hopen dat wij daar met de voortschrijdende ontwikkeling van de psychotechniek weer naar terug zullen keren.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
Het tweede is dit: wanneer je kind sterft, voel je alles wat je zou verwachten, gevoelens die door zo veel anderen al zo goed beschreven zijn dat ik niet eens de moeite zal nemen ze hier op te sommen, behalve dat ik wil zeggen dat alles wat over rouw geschreven is één pot nat is, en het is één pot nat met reden: omdat niemand werkelijk van de tekst afwijkt. Soms voel je wat meer van het een en minder van het ander, en soms voel je het in een andere volgorde, en soms langer of korter. Maar de gevoelens zijn altijd hetzelfde. Maar nu komt er iets wat niemand zegt: als het jouw kind is, voelt een deel van jou, een piepklein maar niettemin onmiskenbaar deel van jou, ook opluchting. Want eindelijk is het moment gekomen dat je al verwachtte, waar je voor vreesde, waarop je je hebt voorbereid sinds de dag dat je een kind kreeg. Aha, zeg je bij jezelf, daar is het. Het is zover. En daarna heb je nooit meer iets te vrezen.
Hanya Yanagihara (A Little Life)
Toen gebeurde het dat zijn grootmoeder voortijdig overleed; gebeurtenissen zijn immers niets anders dan onmogelijkse tijden en onmogelijke plaatsen, je wordt op een verkeerde plaats neergelegd of vergeten en je bent zo machteloos als een ding dat door wordt opgeraapt. Ook wat veel later gebeurde, gebeurt duizenden keren op de wereld, en het was alleen niet te begrijpen dat het Tonka overkwam. De dokter verscheen dus, de lijkbezorgeres kwamen, de overlijdensakte werd ingevuld en grootmama begraven - het een volgde heel gladjes op het andere zoals dat nou eenmaal hoort in een nette familie. De erfenis werd geregeld; je mocht blij zijn dat je daaraan niet mee hoefde te doen; slechts een enkel punt in de nalatenschap vereiste de aandacht: de verzorging van juffrouw Tonka met de prachtige achternaam, die een van die Tsjechische familienamen was die 'hij zong' of 'hij kwam over de weide' betekenen. Er was een arbeisovereenkomst. Het meisje zou behalve haar loon, dat laag was, voor elk voltooid dienstjaar met een bepaald bedrag in de erfenis bedacht worden, en omdat men met een vrij lang ziekbed van grootmama rekening had gehouden en, overeenkomstig de te verwachten steeds moeilijker wordende verpleging een langzaam oplopend bedrag had vastgesteld, leidde dat ertoe dat het geringe bedrag op een jong iemand een stuitende indruk moest maken, als hij de opgeofferde maanden van Tonka's jeugd in minuten zou omrekenen.
Robert Musil
Hoe leg je uit wat weerloosheid is en tot wat een mens in staat kan zijn als uw toehoorder nooit heeft gevoeld wat het is om zelf een mogelijke smeerlap te zijn, dat het een zegen is en een vloek dat nooit te hebben gevoeld en dat woede in de fauteuil niks meer is dan schijnheiligheid die blind is voor zichzelf? Mensen zeggen al wel eens dat ge eerst in andermans schoenen moet staan voor ge echte kennis opdoet. Maar ook dat is schijnheilig, want met andermans schoenen wordt altijd weer bedoeld: die van het slachtoffer. Geen woord wordt er gerept over de schoenen van hen die zich misschien geprikkeld voelden om mee te doen. Voor ge de bloeddorst van een ander aanklaagt, van iemand die ge zelfs niet kent, zoudt ge verplicht moeten worden te ervaren wat heimelijke bloeddorst betekent die wordt aangemoedigd door hen die de touwtjes in handen hebben, wier spel gij meespeelt, of ge nu wilt of niet, de bloeddorst, met andere woorden, die ieder in zich heeft.
Jeroen Olyslaegers (Wil)
Voor verslavingen moet je geen excuses zoeken, maar motieven. Excuses zoek je om geen spijt en schuld te hoeven voelen, maar een speurtocht naar jouw eigen motieven leidt je juist naar het hart van je schuld en daar, op die rare plek waar het duister is van onbegrip, pijn en ontkenning, daar ligt het enige terrein waar je de mogelijkheid geboden wordt om je schuld te veranderen in kennis. Met kennis valt te leven, met schuld niet. De meeste mensen geloven dat dat halfzachte spreekwoord, wat niet weet, wat niet deert, dat dat ook voor jezelf opgaat, maar zo werkt het niet. Wat je over iemand anders niet weet, dat weet je niet en zolang je het niet weet kan het je ook geen pijn doen, dat is zo klaar als een klontje, maar je weet in zekere zin alles van jezelf. Dat is ook logisch, want jij bent de enige die zijn eigen leven helemaal in zijn eentje meemaakt en daar weet van zou kunnen hebben. Bij jou ligt iedere minuut van een leven opgeslagen, hoe dan ook. Bij wie anders? Dat maakt mensen op zijn minst nog interessant, dat ze een vat van wetenschap vormen van tenminste een leven, hun eigen. Waar het nu eigenlijk allemaal om draait is de manier waarop je weet hebt van jezelf, dat is het belangrijkste. Sommige mensen weten niks van zichzelf. Ze hebben de enige echte wetenschap en geschiedenis niet tot hun beschikking en kunnen ze niet lezen, omdat ze die op de foute plek bewaren. Schuld is zo’n wetenschap over jezelf die op de verkeerde plaats in je archief is opgeslagen. Ze is dan geen kennis van de schuld, maar ze heeft de vorm aangenomen van iets anders dan woorden, waardoor je er niks mee kunt en er alleen maar dik van wordt, of chagrijnig of lusteloos. Kennis hoort thuis in de geest, waar anders? Ik zou niet weten waar de woorden anders konden verblijven dan in de geest. Ze lijken op geest en op ziel en op dat andere ontastbare, waarvan je weet dat je het hebt, maar dat je niet kunt zien en waarover je bijna niet kunt praten. Zo zie ik het. En daarom krijgt ook alle kennis die je eigenlijk over jezelf zou moeten hebben en die niet in die onzichtbare vorm van woorden in jouw ziel mag wonen, een andere gedaante, een zichtbare en een lastige, bijvoorbeeld een kilo overtollig vlees aan je lichaam of iets anders waaronder je lijdt en wat je met je meesleept en waarvan je niet weet waarom je het hebt, maar wat iedereen aan jou kan zien, omdat het ervoor zorgt dat je altijd dezelfde domme fouten maakt.
Connie Palmen (De vriendschap)
We zijn inferieure schepselen, net goed genoeg om te jongen. We hebben eierstokken, moeten ons er iedere maand bij neerleggen dat we bloeden, we zijn afhankelijk van de maan. Onze hersenen zijn minder ontwikkeld dan die van onze metgezellen en onze lichaamskracht is geringer. In alle omstandigheden zijn we emotioneler. Als een vrouw ziet dat een rivale mooiere schoentjes draagt dan zij zelf, zal ze niet ophouden de ander omlaag te halen en te kwetsen. Kun je je twee mannen voorstellen die elkaar verfoeien vanwege hun molières? Mannen wedijveren met elkaar op het niveau van geld, ambitie en intelligentie. Zij hebben het vermogen tot afstand nemen en onthechting, terwijl vrouwen iedere beheersing verliezen zodra ze een poederdoos of een ring zien. Nooit zal een vrouw een Michelangelo, een Bach of een Palladio zijn. Grote filosofen met een rok aan bestaan niet. Hoe wil je dat ze systemen ontwerpen zoals Kant, Hegel of Marx? Een dergelijk abstraherend vermogen kan niet ontstaan in de geest van een pop.
Claire Goll
En er rees in him een vreemde verwondering op, een verwondering, dat een mens steeds zichzelve, steeds zijn eigen individu was, zonder zich ooit te kunnen verwisselen in de persoonlijkheid van een ander. Dikwijls, zonder de minste aanleiding, doemde die verwondering bij hem op, te midden van de vrolijkheid der anderen en vulde zij hem met een grote verveling bij de gedachte aan het onherroepelijke noodlot, dat hij steeds Vincent Vere was en wezen zou, dat hij nimmer herboren kon worden in een geheel ander schepsel, dat ademde onder geheel andere omstandigheden in een geheel anderen kring. Hij zou graag verschillende gemoedslevens hebben doorleefd, in verschillende eeuwen hebben bestaan, en in telkens wisselende metamorfozen zijn geluk hebben willen zoeken. En dat verlangen scheen hem tegelijkertijd zowel zeer kinderachtig, om de bespottelijke onmogelijkheid, als zeer verheven, om de grootse onbereikbaarheid, die het omvatte, en hij meende, dat niemand dan hij zulk een verlangen koesterde en gevoelde zich zeer hoog boven andere mensen geplaatst... In die mijmering van hem, of de drie anderen zeer ver van hem waren, als van hem gescheiden door den nevel van rook... Een gevoel van lichtheid doorzweefde eensklaps zijn hersenen; het werd, of hij elk voorwerp met heller kleuren zag, hun gelach en gepraat harder hoorde klinken in zijn oor, als op een plaat van metaal, den geur van de tabak, vermengd met een aroom van gestorten wijn, in meer scherpte rook, terwijl de anderen in zijn slapen en zijn polsen klopten, alsof zij barsten zouden...
Louis Couperus (Eline Vere)
Mijn vader houdt van jazz en heeft een uitgebreide verzameling platen en banden waarvan hij vroeger als hij uit zijn werk kwam kon genieten. Hij kon met een rothumeur binnenkomen, maar als hij Dexter Gordon had opgezet en zichzelf een wodkacocktail had ingeschonken, ebde zijn stress snel weg en werd alles ‘te gek, jongen, gewoon te gek.’ Op het moment dat de naald op de plaat neerdaalde, maakt hij zijn das los en werd hij iemand anders dan degene die hij daarvoor was geweest, een conservatieve ingenieur met in zijn borstzakje een stel ibm-pennen met het opschrift denk na.
David Sedaris (Van je familie moet je het hebben)
Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd in d'oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren, hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar tòch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in eenig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tusschen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man dien zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
Willem Elsschot
Vanavond weet hij het. Mensen zouden uit elkaar moeten gaan voordat ze op dit punt belanden. Waar zij zijn beland. Want anders blijft er te veel verdriet achter. Dat gebeurt echter niet. Je gaat tot het uiterste, je gooit alle shit eruit, ook de shit die jullie niet ten deel valt, die uit de afvoerkanalen stroomt van een heel gebouw, van een hele stad, van alle stellen die voor jullie uit elkaar zijn gegaan, tegelijkertijd met jullie. Want in die ondergrondse kanalen praat al die shit met elkaar en vraagt elkaar om raad. Alle stellen die uit elkaar gaan kruipen in hetzelfde gat, maken hetzelfde rondje door het spookhuis.
Margaret Mazzantini (Nessuno si salva da solo)
Eind van de middag, ik was net uit school thuisgekomen (daar had ik zorgvuldig geheimgehouden dat ik jarig was om te voorkomen dat ik zou moeten trakteren, want daarvoor wilde mijn moeder mij geen versnaperingen meegeven), kwam mijn grootvader met zijn cadeau aanzetten. Aan de alsmaar naderbij komende, zeer krachtige tikken van zijn wandelstok op de trottoirtegels kon je horen dat hij zich erop verheugde andermaal een naar hem vernoemde kleinzoon gul te bedelen. Hij droeg een groot pak en overhandigde mij dat in de woonkamer. Plechtig verwijderde ik het papier. Wat mij op mijn achtste jaar ten deel was gevallen, bleek een vorstelijke meccanodoos te zijn. Weliswaar geen nieuwe fiets, maar toch iets ongehoords. Mijn grootvader verwijderde zich weer, want er was op dat moment niemand bij de hand om mee te dammen. Mij leek toen het grote ogenblik gekomen om de meccanodoos verder uit te pakken en ermee aan de slag te gaan. Toen ik aanstalten maakte om hem te openen, riep mijn moeder: 'Wat doe je nou?' 'Ik ga hem openmaken, ik wil ermee spelen.' 'Ben je helemaal betoeterd geworden? Zo'n duur cadeau. Blijf af.' 'Maar... maar... ik heb hem toch van opa gekregen. Ik wil ermee spelen.' 'Geen sprake van, afblijven. Zo'n duur cadeau, en daar wou je zomaar met je tengels aanzitten? Niks hoor, ik zet hem weg.' Ze pakte de meccanodoos op en plaatste hem achter lakens en slopen in het dressoir. Toen mijn vader thuiskwam, werd de doos weer tevoorschijn gehaald en wederom vol verbazing aanschouwd. Zeker, het was geen nieuwe fiets, maar toch... Wat een cadeau. 'Opa 't Hart is maar goed op je,' zei mijn vader. 'Maar ik mag er niet mee spelen,' zei ik verongelijkt. 'Nee, natuurlijk niet,' zei mijn vader, 'daar heeft je moeder groot gelijk in, zo'n duur cadeau, het zou gekkenwerk zijn als je daar met je poten aan zou zitten. D'r kan zomaar een schroefje of moertje of ander onderdeeltje kwijtraken, niks hoor, je moeder bergt hem weer netjes op.' 'Zo is het,' zei mijn moeder, en weg ging de meccanodoos.
Maarten 't Hart (Magdalena)
Ik kwam tot de conclusie dat overspel er is om gepleegd te worden. Ik vermoed dat ik nooit een sul heb gehad die zich uitsluitend aan mijn verering wijdde, en zelf ben ik ook vaak verleid door het fruit van een ander, hoewel ik er wel eerlijk bij moet zeggen dat ik van mijn eigen (theoretisch uitstekend onderbouwde) buitenechtelijk biologieles nooit een blijvende natte plek in mijn pyjamabroek overhield, maar dat ik van het overspel van mijn vriendjes doodverlangend bedroefd kon zijn, zelfs bijna - of beter juíst - als ze me bezwoeren dat het neuken van een vreemde vrouw 'niets voorstelde'. Als het niets voorstelde, vroeg ik me dan altijd hysterisch schreeuwend af, waarom deed je het dan, onmens?!
Ronald Giphart
Wandaden zoals mijn ontvoering bieden de zwart-witte basis voor de categorieën 'goed' en 'kwaad' waaraan de samenleving behoefte heeft. De dader moet wel een beest zijn, want als we dat geloven, zijn we zelf goed. Een misdrijf moet worden opgetuigd met sadomasochistische fantasieën en wilde orgieën, net zolang totdat het zo ver van ons af staat dat er geen enkel verband met ons eigen leven is. En het slachtoffer moet gebroken zijn en dat ook blijven, anders is het kwaad niet meer op die manier op afstand te houden. Een slachtoffer dat weigert zich in die rol te schikken wordt een symbool van de tegenstellingen van de maatschappij. Die willen we niet zien, want dan zouden we gedwongen zijn over onszelf na te denken.
Natascha Kampusch
Wanneer je op een nuttige manier kritiek wilt leveren en een ander laten inzien dat hij zich vergist, moet je onderzoeken van welke kant hij de zaak bekijkt - want van dat standpunt is die meestal juist - en de juistheid hiervan tegenover hem erkennen, maar hem tevens laten zien van welk standpunt zij niet juist is. Daar neemt hij genoegen mee, want hij ziet dat hij zich niet vergist heeft en alleen maar heeft verzuimd om alle kanten te bekijken. Je wordt namelijk niet boos omdat je niet alles ziet, maar je wilt je niet vergissen. Misschien komt dat omdat de mens van nature niet alles kan zien en zich van nature niet kan vergissen ten aanzien van de kant die hij wel ziet omdat de zintuiglijke waarnemingen altijd waar zijn.
Blaise Pascal
Gelukkig wil niet iedereen in hetzelfde domein de beste zijn, anders gaf dat een hoop verliezers, gelijk aan de wereldbevolking min één. Je kunt de verstandigste man van Europa willen zijn. Maar je kunt je ook, zoals mijn dochter, tevreden stellen met de beste hamsterverzorgster van de straat te zijn. Op die manier is het aan nogal wat mensen gegeven toch èrgens de beste in te zijn. En als je niet de beste bent, dan toch de aardigste, diegene van wie het meest gehouden wordt, ach nee, niet door iedereen, alleen door dat sproetenmeisje van om de hoek, nee, niet de mooiste van de straat, maar van alle lelijke de leukste. Maar hoe minimaal je het ook formuleert: het blijven superlatieven. Geef mij één superlatief om mee te leven. Laat mij van één iemand de liefste zijn.
Herman de Coninck (De flaptekstlezer)
Atticus,' zei ik op een avond, 'wat is nou precies een nikkervriend?' 'Scout,' zei Atticus, 'nikkervriend is alleen maar een van die termen die absoluut niets beduiden - zoiets als snotneus. Ik kan het moeilijk uitleggen. Onwetende en minderwaardige mensen bezigen dat woord als ze denken dat je aan negers de voorkeur geeft boven henzelf. En er zijn ook mensen als wij toe gekomen om dat woord te gebruiken, als ze iemand op een gemene, ordinaire manier willen uitschelden.' 'Maar jij bént toch niet een echte nikkervriend, hè?' 'Dat ben ik zeker. Ik doe mijn best om van iedereen te houden ... Dat is soms een hele toer ... maar baby, het is nooit echt beledigend als iemand je uitscheldt voor iets. dat hij minderwaardig vindt. Dan blijkt alleen maar hoe zielig die ander is, en daarom is het helemaal niet kwetsend.
Harper Lee (On Lee's To Kill a Mockingbird (Cliffs Notes))
Het centrale proustiaanse besef bestond eruit dat niets in de psychologie van de mens eenvoudig is en dat er geen misleidender gedrag bestaan dan dat wat voor de hand liggend lijkt. Niet alleen draagt iedereen een masker, maar mensen hebben ook verschillende maskers, een hele garderobe vol, voor verschillende gelegenheden. Het leven is een gemaskerd bal waar alle deelnemers met een grote koffer vol maskers naartoe komen voor elke ontmoeting een ander exemplaar opzetten. Mensen begrijpen wordt nog verder bemoeilijkt door het feit dat alle kennis over anderen relatief is en volledig afhangt van de waarnemer (wat dat betreft zat Proust op één lijn met de moderne fysica). Er kan geen onbevooroordeeld, goddelijk begrip zijn, want de waarnemer oefent altijd invloed uit op de geobserveerde. Een ander probleem is dat de geobserveerde een bewegend doelwit is: mensen veranderen voortdurend, maar op subtiele manieren die moeilijk waarneembaar en nog moeilijker te beschrijven zijn. Een van de lastigste opgaven voor een romanschrijver is om het karakter weer te geven als een proces, als een voortdurend op onvoorspelbare manieren veranderende entiteit die tegelijk, paradoxaal genoeg, in essentie hetzelfde blijft. [...] Het sociale leven is dus een ingewikkeld rollenspel tussen wat mensen eigenlijk zijn, wat ze zelf denken te zijn, hoe graag door anderen gezien willen worden en wat anderen feitelijk zien. Het komt maar zelden voor dat deze percepties met elkaar overeenkomen. Mensen veranderen ook voortdurend, maar zijn zich daar overwegend niet van bewust omdat ze zodanig door het rollenspel in beslag worden genomen dat ze geen ruimte hebben om nog iets anders dan hun eigen optreden te zien - en dus zijn de mogelijkheden voor misverstanden en conflicten schier eindeloos.
Michael Foley (Lang leve het gewone. De lessen van het alledaagse leven.)
Op de gang staat nog altijd zijn ex te wachten. 'Je bent er nog?' vraagt hij. 'Je ruikt naar rook,' fluistert ze als hij stilstaat om haar een tweede keer te begroeten en meteen ook een tweede keer afscheid van haar te nemen. Hij had bijna haar hand willen pakken om alles nog eens over te doen. 'Je zou ermee stoppen.' 'Waarom fluister je? Ik ben psychiater, wij roken omdat we anders gek zouden worden en omdat we op die manier tenminste nog één ding gemeen hebben met de meeste patiënten: de sigaret.' 'Ik fluister omdat ik je niet wil beschamen. Altijd dezelfde frasen, dezelfde excuses. Hoe kun je mensen weerhouden van zelfdestructie als je er zelf mee bezig bent?' 'Dat is een paradox,' zegt Kadoke. 'Gezondheid, geestelijke gezondheid houdt in dat je die paradoxen leert aanvaarden, dat je ermee leert leven, met het onvolmaakte, ja degene die jou komt weerhouden van zelfdestructie rookt, is dat nou zo erg?
Arnon Grunberg (Moedervlekken)
Totale loyaliteit is alleen mogelijk wanneer trouw geheel ontdaan wordt van elke concrete inhoud, die gemakkelijk aanleiding kan geven tot andere gedachten. De totalitaire bewegingen hebben, elk op hun eigen manier, hun uiterste best gedaan om zich te ontdoen van de specifieke, concrete inhoud van partijprogramma's, die ze overgeërfd hadden uit eerdere, niet-totalitaire stadia van hun ontwikkeling. Hoe radicaal de doeleinden van deze programma's ook geformuleerd worden, ze zijn te specifiek en bevestigen niet zonder meer de aanspraak op wereldheerschappij. Elk politiek programma dat zich met meer specifieke zaken inlaat dan 'ideologische kwesties met een belang op termijn van eeuwen' vormt voor het totalitarisme een belemmering. Hitlers grootste verwezenlijking in de organisatie van de nazibeweging was dat hij de beweging bevrijdde van de last van het oude partijprogramma, niet echter door het te wijzigen of officieel af te schaffen.; hij weigerde eenvoudigweg over de punten ervan te praten of the disussiëren.
Hannah Arendt (The Origins of Totalitarianism)
De jongeman, die de toekomst niet kent, ziet het leven als een soort episch avontuur, een odyssee over vreemde zeeën en langs onbekende eilanden, waarin hij zijn krachten zal beproeven en bewijzen, en aldus zijn sterfelijkheid zal leren kennen. De man van middelbare leeftijd, die de toekomst heeft geleefd waarover hij eens droomde, ziet het leven als een tragedie, want hij heeft gemerkt dat zijn krachten, hoe groot ze ook waren, niet opgewassen zijn tegen de krachten van het toeval en de natuur, die hij voorziet van de namen van de goden, en heeft geleerd dat hij sterfelijk is. Maar de man op leeftijd moet, als hij de hem toegewezen rol goed speelt, het leven als een komedie zien. Want zijn triomfen en zijn mislukkingen voegen zich aaneen, en de een is niet meer aanleiding voor trots of schaamte dan de andere, en hij is noch de held die zichzelf ten overstaan van die krachten bewijst, noch de hoofdpersoon die erdoor wordt vernietigd. Net als elk armzalig, meelijwekkend omhulsel van een acteur, leert hij inzien dat hij zoveel rollen heeft gespeeld dat hij zichzelf niet meer is.
John Williams (Augustus)
De naam Balbec in een boek te zien staan was ook in de lente genoeg om het verlangen naar stormen en de Normandische gotiek in mij wakker te roepen; de naam Florence of de naam Venetië deed mij ook als het stormde verlangen naar zon, leliën, het Dogenpaleis en de Santa Maria del Fiore. Maar dat het beeld dat ik van die steden had voorgoed met hun namen was versmolten hield in dat die het transformeerden, het onderwierpen, als ik het weer voor me zag, aan hun eigen wetten; het gevolg was dat ze het mooier, maar ook anders maakten dan de steden van Normandië en Toscane in werkelijkheid konden zijn, en dat ze door de arbitraire geneugten van mijn fantasie te verhogen, de toekomstige teleurstelling op mijn reizen vergrootten. (...) Woorden geven ons van de dingen in het klein een heldere en gangbare voorstelling zoals er op scholen aan de muur hangen om de kinderen een voorbeeld te laten zien van wat een werkbank is, een vogel, een mierenhoop, dingen opgevat als gelijk aan alle andere van hetzelfde soort. Maar namen geven van de mensen - en van de steden waardoor wij ze gaan zien als individueel, uniek zoals mensen - een vaag beeld dat aan die namen, aan hun klank, hel of donker, een tint ontleent waarin ze uniform zijn gekleurd.
Marcel Proust (Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes)
In hun nieuwe, eigen ontplooiing zullen het meisje en de vrouw slechts tijdelijk mannelijke deugden en ondeugden imiteren en mannelijke beroepen nabootsen. Na de onzekerheid van zulke overgangen zullen de vrouwen het grote aantal en de wisseling van die (veelal belachelijke) vermommingen alleen hebben doorgemaakt om hun meest persoonlijke wezen te zuiveren van de misvormende invloeden van het andere geslacht. De vrouwen, in wie het leven directer, vruchtbaarder en rijker aan vertrouwen is genesteld, moeten immers in wezen rijpere mensen zijn geworden, menselijker mensen dan de lichte, niet door het gewicht van een lichamelijke vrucht onder het levensoppervlak getrokken man, die, verwaand en gehaaste als hij, onderschat wat hij meent lief te hebben. Dat zal dit onder pijnen en vernederingen tot rijping gekomen mensdom van de vrouw, als zij de conventies van de slechts-vrouwelijkheid in de vermommingen van haar uiterlijke staat zal hebben afgelegd, het licht zien, en de mannen die dit nu nog niet voorvoelen zullen erdoor worden verrast en verslagen. Op zekere dag (waarvan nu reeds, vooral in de noordelijke landen, betrouwbare tekenen spreken en schitteren), op zekere dag bestaan er het meisje en de vrouw, wier naam niet meer alleen een tegenpool van het mannelijke zal betekenen, maar iets op zichzelf staands, iets waarbij je niet aan aanvulling en begrensdheid denkt, alleen aan leven en bestaan: de vrouwelijke mens. Deze vooruitgang zal het liefde-beleven dat nu vol dwaling is (vooralsnog zeer tegen de wil van de voorbijgestreefde mannen), veranderen, grondig wijzigen en omvormen tot een verhouding die bedoeld van mens tot mens, en niet meer van man tot vrouw. - Rome, 14 mei 1904
Rainer Maria Rilke (Letters to a Young Poet)
Vonkenregens spatten van de blokken op de wapperende handen bij het flakkerende vuur dat tegen oostenwind in woedt 't is daar het noorden, ander weer, een ander uur geen plaats daar voor kleine zorgen geen tijd voor schijnheiligheid harde dagelijkse strijd verspert de blik op morgen barre eenzaamheid de hardste mannen jagen buiten in hun vacht in weer en wind en bij het licht van zuster maan oude buren werden rovers je moet er achteraan het is daar God en het bestaan in vormeloze hutten waar hulpeloze vaders babydochters verwelkomen en waar vrouwen zonen baren, zonder dokter, zonder morren men ontvangt daar nooit bezoek of 't is een team van de VN haast onmiddellijk gevolgd door een ploeg van CNN het is daar een ander uur in de historie en het leven meestal niet van lange duur waar mensen wonen Maar in de schemer sidderen de warme handen in de schemer de verliefde jonge blik in de schemer tast de tong op jonge tanden in het schemerlicht Meer naar het zuiden heersen hitte en het zand van de woestijn een oude vorst van kwade faam het is daar droog en heet, elk voorwerp heeft nog steeds zijn oude naam de kookpot en de kussens (die soms zetel zijn soms bed), een fles cola, de tv stromend water is er niet en striemend brandt de hete zon want waar kwamen ze vandaan van een land meer naar het noorden dat door oorlog werd geteisterd en door honger werd geveld land waarvan de naam heet opwelt in de tranen voor degenen die gedood zijn of in de hoge golven zijn verdwenen naam die opwelt in de tranen van degenen die het haalden over heel de ruige zee tot aan dit droge hete land waar het welkom minder warm was dan ze hadden mogen hopen na vele dagen varen en vele dagen lopen - p. 91+92 / Code (album)
Thé Lau (Open: De teksten 1979-2014)
(Ik luister naar hem, en als hij de scène van de koppelaar en het meisje dat verleid wordt voordraagt, word ik door twee tegengestelde opwellingen aangegrepen, ik weet niet of ik moet lachen of kwaadworden. Ik heb het er moeilijk mee: tien keer onderdrukt een schaterlach mijn woede, tien keer eindigt mijn diepe verontwaardiging in een schaterlach. Ik ben geheel van streek door zoveel scherpzinnigheid en laaghartigheid, door de afwisseling van zulke juiste en zulke verkeerde denkbeelden, door een zo totale perversiteit der gevoelens, een zo grote verdorvenheid en een zo ongewone openhartigheid. Hij merkt de strijd die in mij woedt en vraagt: Wat is er?) IK. Niets. HIJ. U schijnt in de war te zijn. IK. Dat ben ik ook. HIJ. Maar wat raadt u me dan aan? IK. Over iets anders te praten. Ach, ongeluksvogel, bent u altijd zo geweest of bent u zo diep gezonken? HIJ. Dat geef ik toe. Maar trekt u zich mijn toestand niet zo aan. Het was niet mijn bedoeling u verdriet te doen, toen ik mijn hart voor u uitstortte. Ik heb bij die mensen nog wat gespaard. Zoals u weet kreeg ik alles wat ik nodig had, absoluut alles, en ze gaven me nog wat extra zakgeld voor mijn persoonlijke pleziertjes. (Dan begint hij met zijn vuisten op zijn voorhoofd te slaan, zich op de lippen te bijten en met een verwilderde blik naar het plafond te staren, terwijl hij uitroept: Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik heb wat opzij gelegd, de tijd is voorbij gegaan en dat is al veel gewonnen.) IK. U bedoelt zeker verloren? HIJ. Nee, nee, gewonnen. Men wordt elke minuut rijker: een dag minder te leven of een daalder meer, dat is precies eender. Het belangrijkste is toch iedere avond lekker op je gemak, vrij en overvloedig naar de plee te kunnen gaan: 'O stercus pretiosum!' Dat is het grote doel van het leven in alle rangen en standen. Op het laatste moment zijn we allemaal even rijk: Samuel Bernard die door diefstal, zwendel en fraude zevenentwintig miljoen in goud nalaat, en Rameau, die niets nalaat, Rameau die van de armen zal worden begraven.
Denis Diderot
Wanneer ik probeer na te gaan wat ik aan de kant van Méséglise te danken heb - de bescheiden ontdekkingen die daar hun toevallige decor of onmisbare inspiratiebron hadden - herinner ik me dat het op een van die wandeltochten was, dat najaar, bij de dichtbegroeide helling die Montjouvain beschut, dat ik voor het eerst werd getroffen door die onevenredigheid tussen onze indrukken en de gebruikelijke uitdrukkingswijze daarvan. Toen ik, na een uur monter tegen regen en wind te hebben opgetornd, aankwam bij de plas van Montjouvain, bij een met dakpannen afgedekt hutje waar de tuinman van M. Vinteuil zijn gereedschap opborg, was de zon weer doorgebroken, en zijn in de stortbui schoongespoelde verguldsel glansde als nieuw in de lucht, op de bomen, op de muur van de hut, op het nog natte pannendak, waar boven aan de nok een kip rondstapte. De blazende wind rukte horizontaal aan de grassen die in het muurbeschot groeiden en aan de donzen veren van de kip, die, het ene zowel als het andere, gerekt tot in hun volle lengte, meegaven op het waaien met de overgave van inerte, lichte dingen. Het pannendak bracht in de plas, die de zon opnieuw liet spiegelen, een roze marmering teweeg waar ik nooit eerder acht op had geslagen. En toen ik op het water en op het muurvlak een bleke glimlach de glimlach van de hemel zag beantwoorden, riep ik in mijn enthousiasme, zwiepend met mijn weer dichtgevouwen paraplu: 'Allemachtig, allemachtig.' Maar tegelijkertijd besefte ik dat het mijn plicht zou zijn geweest het niet bij die ondoorzichtige woorden te laten, maar te proberen iets van mijn verrukking te begrijpen. En het was ook die dag - dankzij een voorbijkomende boer die er al uitzag of hij vrij slechtgehumeurd was, wat erger werd toen hij bijna mijn paraplu in zijn gezicht kreeg, en die mijn 'mooi weer hè, goed om te lopen' stug beantwoordde - dat ik te weten kwam dat dezelfde emoties zich niet tezelfdertijd, volgens een al van tevoren vaststaand patroon, bij alle mensen voordoen. Altijd als ik, later, door het wat langdurige lezen in een spraakzame stemming was gebracht, had de schoolvriend met wie ik maar al te graag een gesprek wilde beginnen er juist plezierig op los gepraat en wenste nu ongestoord te kunnen lezen. Als ik net vol genegenheid aan mijn ouders had gedacht en bezield was van de beste voornemens, die hun het meest plezier zouden doen, hadden zij dezelfde tijd gebruikt om achter een - door mij vergeten - pekelzonde te komen waar ze mij streng om berispten terwijl ik naar hen toe rende om hun een zoen te geven.
Marcel Proust (Du côté de chez Swann / À l'ombre des jeunes filles en fleurs / Le Côté de Guermantes)