Anders Zijn Quotes

We've searched our database for all the quotes and captions related to Anders Zijn. Here they are! All 100 of them:

Waarom zou een wonder geen wonder zijn alleen omdat een ander het niet ziet?
Arthur Japin
Ge kunt soms gedachten hebben die niet te dragen zijn tusschen vier muurkens. Die zoo geweldig groot zijn dat ge aan uw deurken moet, of anders zou uw kop openklakken.
Louis Paul Boon (Abel Gholaerts)
Ik zal afscheid nemen van mijn vrienden en weggaan zonder weg te gaan vanwege de herinneringen die ik meeneem en achterlaat en als ik terugkom zal alles anders zijn en toch hetzelfde en voorgoed veranderd.
Cees Nooteboom (Berlijnse notities)
Doen alsof' iets niet is wat het is, maar 'iets anders' misschien zijn mensen die dat kunnen 'gelukkig', rustig en zonder angst.
Jeroen Brouwers (Bezonken rood)
Hierdoor duurde het even voor ik doorzag wat de Hollanders zelf allang wisten, dat tolerantie iets anders is dan acceptatie, ja eerder het tegenovergestelde, en dat zulke verdraagzaamheid tegelijk een slim middel tot onderdrukking is. Iemand die je als gelijke aanneemt, omarm je onvoorwaardelijk, voor eens en altijd. Maar door iemand te laten weten dat je hem verdraagt, suggereer je in dezelfde adem dat hij eigenlijk een last is, als een zeurende pijn of een onaangename stank waarover je bereid bent tijdelijk heen te stappen. Onder tolerantie schuilt een dreiging: de stemming kan ieder moment omslaan. Eenmaal in kaart gebracht wordt ieder individu geacht keurig op zijn plek te blijven met een goed leesbaar etiket, als vergiften in een apothekerskast.
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
Al het oude was eens nieuw, en al het nieuwe zal eens oud zijn. Het alleroudste is het heden, want er is nooit iets anders geweest dan het heden. Nooit heeft iemand in het verleden geleefd, en in de toekomst leeft ook niemand.
Harry Mulisch (The Discovery of Heaven)
Lang nadat ik was opgehouden mijn vaders paden na te lopen, had ik van hem geleerd dat er in sommige levens bergen bestaan waar je niet naar terug kunt keren. Dat je in levens als het mijne en het zijne niet terug kunt naar de berg die het middelpunt is van alle andere, en het begin van je eigen geschiedenis. En dat mensen zoals wij, die op de eerste en hoogste berg een vriend hebben verloren, niets anders rest dan dwalen over de acht bergen.
Paolo Cognetti (Le otto montagne)
Hij is geestig en onderhoudend wanneer hij gevoelde dat zijn geest begrepen werd, maar anders stug en teruggetrokken.
Multatuli
De ene mens mag de andere nooit tot middelpunt van zijn leven maken.
Etty Hillesum (Etty: de nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943)
Een hond is een nogal slechte imitatie van een kat, maar kan als hond erg fraai zijn.
Ronald Giphart (Mijn vrouw en andere stukken)
Waren er geen herinneringen als er geen woorden waren? Wat was er dan, buiten woorden? Er moest toch íéts zijn? Niet buiten woorden, maar erachter, aan de andere kant ervan.
Marianne Fredriksson (De kinderen van het paradijs)
Ik lachte, en dat deed pijn, omdat ik op dat moment al wist dat ik het heel anders zou doen als ik mijn leven maar dertig seconden terug kon draaien. Maar je kunt je leven niet terugdraaien. Dingen die gebeurd zijn, kun je niet ongedaan maken.
Alyssa Brugman (Walking Naked)
Applaus," zei hij, "wat een vreselijke manier om een kunstenaar te belonen. Hij heeft zich ingespannen de mooiste muziek te zingen of te spelen en het brengt zijn publiek tot niets anders dan het maken van het eentonigste lawaai dat er bestaat.
Willem Frederik Hermans (Au Pair)
Dingen kunnen nog zo rotsvast zitten, zolang je zelf maar blijft bewegen kun je ze altijd weer veranderen. Eén stap opzij, een stapje van niks is genoeg en heel de wereld oogt anders. Een mens moet in het leven zijn eigen coulissen verplaatsen.
Arthur Japin
Het leven moet nu en dan krankzinnig idioot zijn, soms moet je er een trap tegen geven zodat alles een ogenblik scheef komt te staan, anders is het een doffe aaneenschakeling van betekenisloze datums, waar je je ten slotte niets van herinnert [...].
Jeroen Brouwers
Ik weet niets van alchemie, maar ik zeg dit: zij zijn op de verkeerde weg. Het tastbare laat zich alleen door het ontastbare vormen. De werkelijkheid laat zich door niets veranderen dan door de geest. Om de dingen anders te maken hoef je ze niet aan te raken, je moet ze alleen anders zien.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Omdat men zal weten dat over de mens niets te bewijzen valt, dat er van hem in doen en laten, in wezen en verschijning, in heden en verleden, nog geen schim valt te bekennen van wat hij is en is geweest. Wij zijn niets anders dan de strandvonders van ons eigen leven, brokstukken verzamelend langs de zee der vergetelheid. In onze hand lopen wij met de verroeste spijkers van een groot, gezonken schip - en wij denken dat dit oudroest een horloge is.
Willem Frederik Hermans (Paranoia)
Wat zijn dat, Creb?’ gebaarde Ayla, zwijgend omhoog wijzend. ‘Vuren in de hemel. Elk ervan is de vuurplaats van iemands geest in de andere wereld.’ ‘Zijn er zóveel mensen?’ ‘Het zijn de vuren van alle mensen die naar de wereld der geesten zijn overgegaan en van alle mensen die nog niet geboren zijn.
Jean M. Auel (The Clan of the Cave Bear (Earth's Children, #1))
Is Oeroeg minder dan wij' stootte ik uit. 'Is hij anders?' 'Ben je belazerd,' zei Gerard kalm, zonder de pijp uit zijn mond te nemen. 'Wie zegt dat?' Ik bracht, niet zonder moeite, mijn gewaarwoordingen van die middag onder woorden. 'Een panter is anders dan een aap,' zei Gerard, na een pauze, 'maar is een van de twee minder dan de ander? Dan vind je een idiote vraag, en je hebt gelijk. Blijf dat nou net zo idioot vinden, als het mensen betreft. Anders zijn - dat is gewoon. Iedereen is anders dan een ander. Ik ben ook anders dan jij. Maar minder of meer zijn door de kleur van je gezicht of door wat je vader is- dat is nonsens. Oeroeg is immers je vriend? Als hij zo is dat hij je vriend kan zijn- hoe kan hij dan ooit minder zijn dan jij, of een ander?
Hella S. Haasse (Oeroeg)
Ik lach er mee, maar ik vraag mij af waarom de mensen niet gebleven zijn lijk de andere dieren, waarom wij en wij alleen moesten gekruisigd worden met die hel van het verstand dat alles wil ontleden en begrijpen, en dat ons niets bijbrengt dan vloeken en tranen. Hebt ge dat ooit van een beest geweten? Ze eten en slapen, ze drinken, paren en gaan dood, en ze zijn gelukkig. Wij niet, wij hebben het verstand dat ons doet vragen: waarom? En datzelfde verstand dat ons zegt: er is geen waarom, en als er toch een waarom moest zijn dan is er geen antwoord op.
Louis Paul Boon (De voorstad groeit)
… En ook’, ging hij verder: ‘ik had er behoefte aan om nog eens alleen te zijn met mezelf. Buiten dit tehuis ligt een wereld waarin je niets anders moet doen dan praten. Praten, praten, praten en nog eens praten. En luisteren of op z’n minst toch doen alsof, naar mensen die praten, praten, praten. En die kriskras door elkaar heen praten, praten, praten. Je hebt familiale en andere verplichtingen, wat vaak weer neerkomt op praten en luisteren, en ik had er gewoon geen zin meer in, in die hele sociale pantomime. Ik wou eindelijk stilte voor mezelf en alleen zijn met mijn gedachten. Hier kan ik dat min of meer. Het is de enige plaats waar wordt geaccepteerd dat ik volledig in mezelf ben gekeerd. Het was mijn laatste kans.
Dimitri Verhulst (De laatkomer)
Het is niet het kwaad dat je moet vrezen, maar de onverschilligheid die het toestaat dat het kwaad plaatsvindt, de mens die er niets om geeft en de andere kant opkijkt, de slappeling die geen verantwoordelijkheid neemt en doet alsof zijn neus bloedt.
Alex Boogers (Alle dingen zijn schitterend)
Geen mens kon een ander overtuigen van zijn liefde; men kon er alleen maar aan geloven, van elkaar.
Simon Vestdijk (De dokter en het lichte meisje)
Godverdomme,' zei hij, 'gooi iemand anders wat op zijn poten.
Gerard Reve (De avonden)
Hoe destructief moet een culinaire voorkeur zijn, willen we besluiten iets anders te eten?
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Bijzonder zijn is de mooiste manier van anders zijn.
Fredrik Backman (My Grandmother Asked Me to Tell You She's Sorry)
Antropocentrisme: de mens staat bovenaan in de evolutie, we zijn een geschikte maatstaf om het leven van andere dieren tegen af te zetten en de rechtmatige bezitter van al wat leeft.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Om je innerlijk vrij te voelen heb je ruimte in overvloed en eenzaamheid nodig. Andere noodzakelijke aspecten zijn vrij kunnen beschikken over je tijd, volledige stilte, een sober leven en een prachtige omgeving. De combinatie van die verworvenheden brengen je vanzelf bij een blokhut.
Sylvain Tesson (Dans les forêts de Sibérie)
Voelde me langzaam anders worden, merkte dat ik iemand werd die ik niet wilde zijn. Nee, diep vanbinnen wás ik iemand die ik niet wilde zijn. Omdat het anders was, omdat mensen erover zouden praten, omdat ik in andere landen verboden was. Niemand had me gevraagd of ik dit wilde zijn. Niemand had bij me geïnformeerd wat ik ervan zou vinden. Niemand had verteld hoe ik ermee om moest gaan. Opeens was ik het gewoon. En hoe hard, hoe lang, hoe heftig ik het ook bleef ontkennen, ik kon het niet tegenhouden.
Splinter Chabot (Confettiregen)
Emerson heeft het helemaal door! 'Het moment dat we iemand anders tegenkomen, worden we een fractie van onszelf,' zei hij. Dat is mijn probleem. Ik ben 1/4 van wat ik zou moeten zijn. Misschien zelfs maar 1/8!
Steve Toltz (A Fraction of the Whole)
Tante is niet weg. De atomen die haar lichaam bij elkaar hield, zijn vrij nu. Ze hoeven niet langer samen te werken om die ene persoon in stand te houden, het is als het rafelen van een trui, steek na steek verlaat de vorm waarin hij was gevangen. En al die miljarden atomen gaan op in iets anders: het huis van een slak, een mangobloesem en haar bijen. Ze zal zich in rivieren storten en naar zee vloeien, een glad schelpje zijn op de golven, zowel als de veren van een opstijgende visarend én de wind die erdoorheen blaast.
Annelies Verbeke (Dertig dagen)
Ik deed mijn nachtlampje uit en kroop onder mijn dekbed. Wat was eigenlijk erger? Gek zijn of echt terug in de tijd springen? Vermoedelijk het laatste, dacht ik. Tegen dat andere kon je misschien nog wel een pilletje slikken.
Kerstin Gier (Rubinrot (Edelstein-Trilogie, #1))
Geen beter middel om het minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken, dan dit geschiedenisonderwijs waarbij uitsluitend de zonen van een ander volk worden genoemd en geprezen. Het heeft lang geduurd voor ik mijzelf geheel van de obsessie bevrijd had, dat een neger altijd en onvoorwaardelijk de mindere zijn moest van iedere blanke.
Anton de Kom (Wij slaven van Suriname)
Ruud is in 2003 overleden. Veertien jaar geleden alweer.' 'O,' zei Paul, 'Dat spijt me.' 'Zelfdoding. Ja, ik zeg het maar even meteen, anders blijft het zo hangen.' Paul keek rond, zijn ziel vloog als een musje tegen het raam.
Tommy Wieringa (De heilige Rita)
Wij zijn niets dan stukjes en beetjes, verweven tot zó’n vormeloos en onsamenhangend geheel dat elk onderdeel, elk moment, een eigen rol speelt. En er bestaat evenveel onderscheid tussen ons en onszelf als tussen ons en de ander.
Michel de Montaigne (De essays (Dutch Edition))
Hij is mooi he?' Ze stond nu naast hem aan de andere zijde. 'Ja, hij is heel mooi.' Ze glimlachte naar me terwijl ze over zijn haar streek. Ik glimlachte terug. 'Mijn jongen', zei ze en ze bleef over zijn haar strijken. Ik wist net als zij dat ze bij leven al jaren niet meer over zijn haar had mogen strijken en ik dacht dat het vreselijk moest zijn om een moeder te zijn.
Esther Gerritsen
Ze zeggen dat rouw even diep is als liefde was. Sommige dagen kom ik tot het inzicht dat ik geluk heb gehad omdat ik Maria zo lang naast me heb gehad en op andere dagen stel ik vast dat als ik haar niet zo lang naast me had gehad het niet zo moeilijk zou zijn om haar te missen. Elke dag moet ik beslissen of ik dankbaar ben of eenzaam. Maar ik wil haar verdomme gewoon terug zien. Dat is wat ik wil.
Ish Ait Hamou (Het moois dat we delen)
In het algemeen wordt passiviteit te weinig als deugd erkent. Actie lijk altijd beter - want heroïscher - dan rustig afwachten en nietsdoen. Vermoedelijk komt dat ook omdat wij vrijwel allemaal neuroten zijn die de leegte willen opvullen met werk en andere activiteiten.
Arnon Grunberg
Ik ben niet treurig. Ik heb alleen groot medelijden met de andere mensen die zo ver bij mij vandaan zijn en al had ik een radiozender tot mijn beschikking, het zou geen nut hebben hun te zeggen wat ik denk. Ik kan hen niet begrijpen en zij mij evenmin. De gekste sprookjes zijn niet uit hun hersens weg te branden, varianten op domme grootheidswanen, uitgebroed toen hun voorouders nog in holen woonden en niet beter wisten of de hele kosmos was niet groter dan hun hol. En als ze er niet aan geloven, dan hopen ze toch wel spirituele openbaringen te kunnen putten uit materiële nonsens. Want, zeggen ze, wij kunnen zo alleen niet verder leven, wij hebben behoefte aan troost. (Leef ik soms niet verder? Wie troost mij?) Daarvoor laten ze de pausen in paleizen wonen en de Aga Khan diamanten eten. Aan de miljoenen die uit naam van hun troostende leugens mishandeld worden, aan de absurde wetten die er zelfs in de beschaafdste landen op zijn gebaseerd, denken zij nooit, want zij willen in slaap gesust worden met sprookjes en hoe meer bloed ervoor vergoten wordt, hoe beter zij erin kunnen geloven. Want bloed is het enige waarover ze beschikken en het enige onomstotelijke existentiële feit is hun onverzadelijke bloeddorst.
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
Het moet trouwens toch maar eens afgelopen zijn met de 'moderniteit' in dit jaar - dat is zo'n rekbaar begrip, door tijdgenoten en latere generaties telkens anders geïnterpreteerd en door iedere generatie steeds weer in een ander tijdsgewricht geplaatst, dat het eigenlijk helemaal niet geschikt is om de ontzaglijke niet-gelijktijdige gelijktijdigheid die het jaar 1913 vooral kenmerkt naar behoren te schetsen.
Florian Illies (1913: Der Sommer des Jahrhunderts (1913, #1))
Vrijheid betekent niet alleen doen wat je wilt, maar ook weten wat je doet, vrijheid betekent overtuigingen hebben en daarnaar handelen. Anders blijft alleen onwetendheid over, een toestand waarin we ons opwinden over onbelangrijke zaken en in alle gemoedsrust dingen accepteren die gruwelijk zijn.
Karen Duve (Anständig essen: Ein Selbstversuch)
Toen hij de kluizenaar in de zachte aarde naast het beekje begroef, besefte hij dat alles mogelijk zou zijn voor hem op deze plek. Hij had voedsel en water; hij had een huis; hij had een nieuwe identiteit voor zichzelf gevonden, een nieuw en totaal onverwacht leven. Hij kon de ommekeer bijna niet vatten. Nog geen uur geleden had hij willen sterven. Nu beefde hij van geluk, niet in staat te stoppen met lachen toen hij de ene schop na de andere op het gezicht van de dode man wierp.
Paul Auster
Het valt niet te ontkennen dat wij in elke afzonderlijke tak van het menselijk kunnen zo veel vooruitgang boeken dat wij terecht het gevoel hebben het niet bij te kunnen houden; zou het niet mogelijk zijn dat daaruit ook het gevoel ontstaat dat wij geen vooruitgang beleven? Uiteindelijk is vooruitgang niets anders dan het resultaat van alle gezamenlijke inspanningen, en eigenlijk kun je dus al van tevoren zeggend at de werkelijke vooruitgang altijd juist dat zal zijn wat niemand wilde.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
Ieder obsessief en verslaafd gedrag is een vorm van mateloos consumptiegedrag. Consumeren is iets van buiten naar binnen halen, iets tot je nemen en verbruiken. Datgene wat je verbruikt noem ik voedsel. Het kunnen alcohol, drugs, geld, sigaretten, vrouwen of mannen zijn, die geconsumeerd worden, maar bij mij heet het allemaal voedsel. Anders valt het niet te begrijpen. Het gaat mij vooral om deze beweging van buiten naar binnen. Die is tegengesteld aan de emotie, aan de uitdrukking, aan het vertellen, aan het van binnen naar buiten brengen. En dat is verslaving ook. Ze is gericht op de vernietiging van een emotie, van kennis en van een ware zin.
Connie Palmen (De vriendschap)
De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuïtie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (…). Al die intuïtieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.
Arthur Japin (In Lucia's Eyes)
Opa noemt hem steeds Noahnoah omdat hij de naam van zijn kleinkind dubbel zo mooi vindt als die van alle andere mensen
Fredrik Backman (And Every Morning the Way Home Gets Longer and Longer)
Een paar dingen hadden misschien anders kunnen zijn, als ik zèlf anders was geweest. Maar zoals het was heeft het moeten zijn, want alles is gegaan om dat ik ben zoals ik ben.
C.G. Jung (Herinneringen Dromen Gedachten, Opgetekend en Uitgegeven door Aniela Jaffe.)
De wortel is metafysica, de stam is fysica en de takken die daaruit voorkomen, zijn alle andere wetenschappen.
René Descartes (Les Principes de La Philosophie. Premia]repartie (A0/00d.1885))
De drang om origineel te zijn, is een van de dingen die ons van andere dieren onderscheidt
Hanna Bervoets
Lise vroeg zich af waarom mensen dat deden, terugdenken aan vroeger, en of het ergens tegen hielp. Zij deed het bijna nooit. Misschien omdat vroeger voor haar nog niet zo lang geleden was. Of omdat ze zich zo weinig herinnerde, zelfs de momenten vastgelegd op foto leken haar eigenlijk een ander te zijn overkomen. Of omdat ze toen een kutkind was, dat kon ook.
Griet Op de Beeck (Let op mijn woorden)
Wilders gooide met zijn uitspraak over ‘minder Marokkanen’ een grote steen in een stille vijver. Want waar gaat het om. De Marokkanen moeten kiezen: Of ze zijn Nederlander, en dan weten ze ook dat iedereen in Nederland mag zeggen wat hij wil zeggen. Geert Wilders dus niet minder. Of ze zijn hier gewoon als gasten. Dan moet voor hen een andere regeling gelden.
Ali Lahrouchi (De ontworsteling)
Wanneer de schrijver niets anders doet dan zijn ervaringen en hersenschimmen neerschrijven, is hij geen schrijver maar een verteller: iemand, die iets verliest. Van belang is alleen wat er op het papier gebeurt, in de vormgeving, datgene, wat hij niet had voorzien, datgene, wat hij niet wist, datgene, wat hij niet was, datgene, wat hij vindt: dat alleen is creatie.
Harry Mulisch
Ze dacht aan Peter Vasiljev en aan de geesten van niet-geleefde dromen, die gedoemd zijn een mens te blijven achtervolgen. Ze zag zichzelf nog een laatste keer in het Théâtre du Châtelet over het toneel zwieren, gewild, geliefd, bejubeld, en sloot het glimlachend in haar hart, dat verloren andere leven, vol vrijheid, ongebreidelde hartstochten en provocaties, in de kring van uitverkorenen en voortreffelijken - ten slotte dwong ze zichzelf toch op te staan, omdat Kitty en Kostja alweer ruziemaakten en Christine hen niet tot de rede wist te brengen.
Nino Haratischwili (Das achte Leben (Für Brilka))
Het eenvoudige besef, te weten dat men voor altijd een stevig dak boven het hoofd heeft, een tafel om aan te werken, een ander om aan te eten, een bed om in te rusten na het werk, en voor de rest niets te verlangen of te begeren en alles laten zijn gang gaan. In niets geen zwarigheden maken: Ne donner aucune importance à des choses qui n'ont pas d'importance. Dát is het geluk.
Stijn Streuvels (Ingooigem. Herinneringen uit het Lijsternest)
waardoor ik niet anders kan dan concluderen dat dit is hoe het is dat we dit blijkbaar zo hebben afgesproken met elkaar blijkbaar doen wij in dit deel van de wereld de grote dingen in het leven alleen kinderen krijgen ze grootbrengen liefde zoeken werk zoeken keuzes maken herstellen onze weg vinden bezorgd zijn om de toekomst van de planeet sterven al die dingen doen we eigenlijk alleen
Suzanne Grotenhuis (Waar zijn de wolken. Een pleidooi voor minder zelfzorg)
Er staan boterhammen voor je in het buffet,' zei zijn moeder. 'Dank je wel,' zei hij. Ze schakelde de radio in. 'Geen landbouw, geen veeteelt, geen slechte muziek, geen geoudehoer,' zei Frits. geen walsen van Strauss, geen illustratieve muziek. Laat alleen het allerbeste doorkomen. Toon, desnoods een gebrekkige, maar vooruitstrevende smaak.' 'Ik krijg er hoofdpijn bij,' dacht hij. 'Je bent niet aleen in huis,' zei ze. 'Je moet ook eens aan iemand anders denken. Het wordt tijd, dat je eens met anderen rekening houdt.' De radio was warm geworden en begon geluid te geven. 'Ik ben zo alleen en denk steeds aan jou,' zong een tenor. Zijn vader draaide de knop naar links, maar juist nog niet uit. Men kon horen, dat er gezongen werd, maar verder niets onderscheiden. 'Zo wordt het toestel gesmoord,' dacht Frits, kwam naderbij en zocht de schaal af. Tenslotte draaide hij de knop af.
Gerard Reve (De avonden)
Alles bestaat maar en gaat maar door, op iedere zomer volgt een nieuwe zomer, op iedere nacht een dag en weer een nacht, bloemen zijn nauwelijks uitgebloeid en uit de zaden groeien alweer nieuwe, ieder mens krijgt een kind en dat krijgt weer een kind en dat op zijn beurt ook weer een kind, het maakt niet uit wat jou overkomt, want er is in jouw plaats altijd een ander, even goedgelovig en vermeend bijzonder en vervangbaar als jij, en die hele aardse tredmolen draait zo maar door, tot in de eeuwigheid der eeuwigheden. Het laat hem niet meer los, dat gevoel van verdovende herhaling tot in het oneindige. Hij valt in slaap, het is er ’s ochtends nog steeds en de dagen en de nachten daarna. Er is niets om voor wakker te worden, om voor op te staan. Het is alsof hij uitgeput tegen een muur wil leunen, en telkens als hij een stap in zijn richting doet, wijkt de muur terug. Eindelijk begrijpt hij waarom Eliza May bij haar volle verstand voor de naam Emery en de vloek koos. Het was geen keuze voor de dood, het was een keuze juist voor het leven, hartstochtelijk en kort. Alles verliest zijn waarde als het er altijd is, alsof je langzaamaan blind wordt.
Anjet Daanje (Het lied van ooievaar en dromedaris)
Maar als de Europese instellingen principieel niet bereid zijn om de geschiedenis en de tradities van hun werelddeel te accepteren en die erfenis niet als essentieel kenmerk van de eigen toekomst te erkennen, dan zal de Europese Unie door haar burgers nooit anders beschouwd worden als een lege huls, die zij bereid zijn te tolereren zolang het met de maatschappij goed gaat, maar die zij zonder aarzelen zullen opofferen zodra andere politieke alternatieven een betere toekomst lijken te bieden.
David Engels (Le Déclin: La crise de l'Union européenne et la chute de la République romaine)
Wat had hij steeds te kijken? Waarnaar? Er is niks na de dood. Je gaat dood, klaar, je wordt begraven. Als je leeft, ook al ben je niet gelukkig, kun je door de frisse lucht lopen, in je tuintje. Als de geest verdwijnt, ben je weg, dan word je aarde. Geest is geest en de rest is aarde. Aarde, meer niet. De een sterft in de wieg, de ander haalt grijze haren. Gelukkige mensen willen niet dood. Niet als ze iemand hebben die van hen houdt. Dan willen ze er nog een jaartje bij. Maar waar zijn er gelukkige mensen?
Svetlana Alexievich (Second-Hand Time)
Den uitvreter, dien je in je bed vond liggen met zijn vuile schoenen, als je 's avonds laat thuis kwam. Den uitvreter, die je sigaren oprookte, en van je tabak stopte en je steenkolen verstookte en je kasten nakeek en geld van je leende en je schoenen opdroeg en een jas van je aantrok als-i in den regen naar huis moest. Den uitvreter, die altijd wat liet halen op den naam van een ander; die als een vorst jenever zat te drinken op 't terras 'Hollandais' voor de centen van de lui; die parapluies leende en nooit terugbracht; die een barst stookte in de tweedehandsch kachel van Bavink; die dubbele boorden droeg van zijn broer en de boeken uitleende van Appi, en buitenlansche reizen maakte als-i z'n ouwe heer weer had afgezet, en pakken droeg, die hij nooit betaalde.
Nescio (De Uitvreter, Titaantjes, Dichtertje, Mene Tekel)
je kunt alles doorstaan zei Phoebe, zelfs als het vertrouwen geschonden is, als het maar eerlijk wordt bekend. je wordt dan levenspartners op een andere manier, maar je kunt nog wel partners blijven. maar liegen- liegen is een goedkope manier van macht uitoefenen over de ander. wie liegt, kijkt toe terwijl de ander handelt op basis van onvolledige informatie- met andere woorden zichzelf vernedert. ... het is toch eeuwig hetzelfde verhaal. de man verliest de hartstocht voor de huwelikspartner, zonder dat kan hij niet leven. de vrouw is pragmatisch. de vrouw is realistisch. zeker de hartstocht is geluwd, maar zij is tevreden met de lichamelijke genegenheid, gewoon samen met hem in bed liggen, hij in haar armen, zij in de zijne. maar voor hem is dat niet genoeg. hij is een man die niet zonder leven kan
Philip Roth (Everyman)
Niets waaraan mensen zich zo lelijk kunnen verwonden als aan het geluk van een ander. Dat iets moois je kwalijk genomen zou kunnen worden, als je jong bent kun je zoiets niet geloven. Dat iemand je de liefde misgunt, hoe kun je daarop bedacht zijn? De eerste tijd heb je het ook helemaal niet door. Omdat het in jou zo zingt ga je ervan uit dat iedereen meeneuriet. Dat ze meedeinen op jouw muziek. Dit is maar schijn. Door jouw roes lijkt het of ze tollen. In feite staan ze stil en ze zetten zich alvast schrap. Vroeger of later bots je in volle vaart tegen ze op.
Arthur Japin (Vaslav)
Ik vraag me vaak af waarom wij dat niet meer kunnen, zinloos gelukkig zijn. Waarom we, als we groter worden, in nauwe en lage ruimten zitten, waar we ons ook bevinden, hooguit van de ene ruimte naar de andere gaan, terwijl we als kind toch in een ruimte zonder muren waren. Want zo herinner ik het me: toen ik klein was, was mijn onderdak mijn hier en nu. Noch het verleden noch de toekomst kon me iets maken, en hoe mooi zou het zijn als dat vandaag nog zo was. Als we bijvoorbeeld niet voor het resultaat zouden kunnen werken, maar uit overgave, zonder inspanning.
Milena Michiko Flašar (I Called Him Necktie)
Op een dag - ik was een jaar of negen - werd het mij allemaal duidelijk. 'Ik had nooit kinderen moeten nemen,' zei mijn vader terwijl hij naar het tafelblad staarde alsof het pas op dat moment tot hem doordrong, en we medelijden met hem moesten hebben. 'Harun, niet waar de kinderen bij zijn,' zei mijn moeder. 'Ze mogen het weten,' zei hij. 'Ze moeten weten dat ik anders ben.' Hij zweeg even en keek toen ineens trots op: 'Ik ben geen klassieke vader, ik ben een communist!' Ik keek hem onbewogen aan. En ik herinner me goed dat ik me niet gekwetst voelde. Voor het eerst voelde ik me niet gekwetst, want ik dacht: je hebt gelijk. Je hebt helemaal gelijk, baba. Dit zegt een vader niet tegen zijn kinderen. En alles daarom al had je geen kinderen moeten nemen. Alleen daarom al had je geen vader mogen worden. Alleen daarom al had je mijn vader niet mogen zijn.
Murat Isik (Wees onzichtbaar)
Ja, soms groeit er een boom in de woestijn. Gelukkig maar. Maar dat wil niet zeggen dat al die andere zaadjes lui zijn of niet genoeg wilskracht hebben. Zij missen gewoon de omgeving om uit te groeien tot een mooie boom. Een boom waar we nochtans allemaal de vruchten van zouden kunnen plukken.
Noël Slangen (Het DNA van kinderarmoede: Wat is het en wat de je eraan?)
Wanneer alle spelers na de gedane arbeid op de parkeerplaats voor de school in de steeds warmer wordende avondlucht bijeenkwamen om de ervaringen van die dag uit te wisselen, begreep ik dat iedereen geraakt werd door het stuk waarmee hij bezig was en we voelden dat het over de dood ging en ik geloof dat we beseften (al weten de goden dat we er niet bewust aan dachten) dat dit Wohlmans manier was om ons te vertellen dat ons, zodra we klaar waren met deze school, niet de toekomst wachtte met al zijn openbaringen, kansen en al die andere zaken die we ons hadden voorgesteld - een zee van mogelijkheden en ervaringen - maar juist het begin van iets anders, iets zonder de exploderende kleurenpracht die we elkaar hadden voorgeschilderd, hier zetten we de eerste onmogelijke stappen op weg naar het werkende leven, naar de routine, de eindeloze herhaling, de systematiek en het leven van alledag waar iedereen die vóór ons volwassen geworden was al lang deel van uitmaakte, ochtenden, werkdagen en bezoekjes aan de supermarkt en de rijen voor de kassa en de uren voor de tv of de uren met de was of koken en kinderen die je op sommige dagen liever niet gehad had en de grenzeloze irritatie over de naïeve jeugd die het had over Kerouac, de planning van de volgende ochtend, dit alles ad nauseam herhaald, slechts onderbroken door korte dagen die zich ontvouwden en dan weer verschrompelden, 's zomers of met Kerst, dagen die alleen nog extra benadrukten dat niemand ons kwam verlossen en dat we alleen maar konden hopen dat we in elk geval een beetje konden dansen op het ritme van onze inmiddels o zo voorspelbare levens, dat dat juist onze redding zou blijken zodat we niet langer zouden vechten tegen de monotonie maar die juist zouden accepteren, dat we het triviale zouden omarmen, zoals Wohlman ongetwijfeld gedaan had, tot we op een dag wakker werden en beseften dat de maat waarop we dag in dag uit bewogen, wankel en allesbehalve gracieus, uiteindelijk onze eigen hartslag was, naar, bij gebrek aan een beter woord, hartenlust kloppend van opluchting omdat we nu eindelijk in de geweldige maalstroom waren beland van identieke, voorspelbare dagen.
Johan Harstad (Max, Mischa & Tetoffensiven)
De Verenigde Naties vatten de milieueffecten van de vleesindustrie als volgt samen: Het fokken van dieren voor de voedselproductie (ongeacht of dat in de bio-industrie of op traditionele wijze gebeurt) 'is een van de drie belangrijkste oorzaken van de meest bedreigende milieuproblemen, op elke schaal, lokaal of wereldwijd. De veeteelt zou een van de belangrijkste aandachtspunten moeten zijn als het gaat om problemen als verschraling, klimaatverandering, luchtvervuiling, watertekorten, watervervuiling en afnemende biodiversiteit. Het aandeel van de veeteelt in de milieuproblematiek is zeer aanzienlijk." Met andere woorden, als je om het milieu geeft en de wetenschappelijke resultaten van bronnen als de VN onderschrijft (of de Intergouvernementele Comissie voor Klimaatverandering, of het Center For Science in the Public Interest, de PEW-commissie, de Union of Concerned Scientists of het World-Watch Instituut,...), dan móet het eten van dieren je aan het hart gaan.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Ik voel de drang tegen de grenzen van de taal storm te lopen, en dat is geloof ik de drang van alle mensen die ooit geprobeerd hebben over ethiek en religie te schrijven en te spreken. Dat stormlopen tegen de wanden van onze kooi is geheel en al zinloos. Voor zover de ethiek ontstaat vanuit de wens iets over de uiteindelijke zin van het leven te zeggen, over het absoluut goede, het absoluut waardevolle, kan ze geen wetenschap zijn. Door wat ze zegt wordt onze kennis in geen enkele zin vermeerderd. Maar het is getuigenis van een drang in het menselijke bewustzijn die ik persoonlijk alleen maar kan waarderen en die ik voor geen enkele prijs belachelijk zou maken.
Ludwig Wittgenstein (Vortrag über Ethik und andere kleine Schriften)
Dat was de dag dat ik leerde hoe gevaarlijk kleur kan zijn. Dat een jongen met een klap van die tint verwijderd kon worden om voor zijn zonde te boeten. Zelfs als kleur niets anders is dan wat door het licht wordt onthuld, is dat 'niets' onderworpen aan wetten, en een jongen op een roze fiets moet bovenal de wet van de zwaartekracht leren.
Ocean Vuong
Dat was de dag dat ik leerde hoe gevaarlijk kleur kan zijn. Dat een jongen met een klap van die tint verwijderd kon worden om voor zijn zonde te boeten. Zelfs als kleur niets anders is dan wat door het licht wordt onthuld, is dat 'niets' onderworpen aan wetten, en een jongen op een roze fiets moet bovenal de wet van de zwaartekracht leren. (P134)
Ocean Vuong (On Earth We're Briefly Gorgeous)
Hij die lijdzaam het kwade aanvaardt is er evenzeer bij betrokken als hij die er zich mede schuldig aan maakt. Hij die het kwade aanvaardt zonder zich er tegen te verzetten werkt er in wezen toe mee. (..) Om trouw te zijn aan eigen geweten en trouw aan God heeft een rechtgeaard man dus geen andere keuze dan zijn medewerking aan een slechtsysteem te weigeren.
Martin Luther King Jr. (Stride Toward Freedom: The Montgomery Story)
Als je mij vraagt zijn er drie belangrijke stadia in de geschiedenis van de mens. In het eerste kende hij zijn eigen spiegelbeeld niet, evenmin als een dier dat kent. Laat een kat in een spiegel kijken en hij denkt dat het een raam is waarachter een andere kat staat. Blaast ertegen, loopt er omheen. Op den duur is hij niet meer geïnteresseerd; sommige katten tonen zelfs nooit enige belangstelling voor hun spiegelbeeld. Zo zijn de eerste mensen ook geweest. Honderd procent subjectief. Een ‘ik’ dat zich vragen kon stellen over een 'zelf’ bestond niet. Tweede stadium: Narcissus ontdekt het spiegelbeeld. Niet Prometheus die het vuur ontdekte is de grootste geleerde van de Oudheid, maar Narcissus. Voor het eerst ziet 'ik’ zich 'zelf’. Psychologie was in dit stadium een overbodige wetenschap, want de mens was voor zichzelf wat hij was, namelijk zijn spiegelbeeld. Hij kon ervan houden of niet, maar hij werd niet door zichzelf verraden. Ik en zelf waren symmetrisch, elkaars spiegelbeeld, meer niet. Wij liegen en het spiegelbeeld liegt met ons mee. Pas in het derde stadium hebben wij de genadeslag van de waarheid gekregen. Het derde stadium begint met de uitvinding van de fotografie. Hoe dikwijls gebeurt het dat er een pasfoto van ons gemaakt wordt waarvan wij evenveel houden als van ons spiegelbeeld? Hoogst zelden! Voordien, als iemand zijn portret liet schilderen en het beviel hem niet, kon hij de schuld aan de schilder geven. Maar de camera, weten wij, kan niet liegen. En zo kom je in de loop van de jaren, via talloze foto’s, erachter dat je meestal niet jezelf bent, niet symmetrisch met jezelf, maar dat je het grootste deel van je leven in een aantal vreemde incarnaties bestaat voor welke je alle verantwoordelijkheid van de hand zou wijzen als je kon. De angst dat andere mensen hem zien zoals hij is op die foto’s die hij niet kan endosseren, dat ze hem misschien nooit zien zoals het spiegelbeeld waarvan hij houdt, heeft de menselijke individu versplinterd tot een groep die uit een generaal plus een bende muitende soldaten bestaat. Een Ik dat iets wil zijn - en een aantal schijngestalten die het Ik onophoudelijk afvallen. Dat is het derde stadium: het voordien vrij zeldzame twijfelen aan zichzelf, laait op tot radeloosheid. De psychologie komt tot bloei.
Willem Frederik Hermans (Nooit meer slapen)
De echtgenote gaat voor hem staan en draait een rondje. Op hoge hakken kunnen haar benen de vergelijking met lang geleden doorstaan. Hun eerste kennismaking, de eerste dagen, de eerste weken. De tijd dat je een onbeschreven blad bent voor de ander, de vrijheid die dat met zich meebrengt, het geluk. Ergens in haar benen zit de vrijheid die Hofmeester is kwijtgeraakt, en weer heeft teruggevonden op Schiphol. Maar toen smaakte die vrijheid hem niet meer, beter gezegd, daar proefde hij de ware smaak van de vrijheid: gal. Ergens in haar benen zit de herinnering aan geluk. Mooi waren ze altijd al geweest, die benen, lang, slank en toch gespierd. Als ze indruk wilde maken deed ze een korte rok aan. Hij herinnert zich de blikken van de andere mannen, hij herinnert zich de eerste keer dat hij besefte dat hij kinderen had gekregen met een vrouw die eigenlijk te jong voor hem was, die niet bij zijn leeftijd noch zijn status paste. Haar stillevens stelde niet veel voor, maar als stilleven was ze zelf onovertroffen. De hel waren niet de anderen. Hij was het zelf. De hel zat diep in hem. Verankerd, verborgen en onzichtbaar, maar wel levend en warm. Gloeiend heet.
Arnon Grunberg (Tirza)
Fredkin [...] praat over een interessant kenmerk van computerprogramma's, waaronder cellulaire automaten: er is geen kortere route mogelijk naar wat de uitkomst wordt. Dit is het wezenlijke verschil tussen de 'analytische' benadering van de traditionele wiskunde, inclusief differentiële vergelijkingen, en de 'computer'-benadering met algoritmes. Je kunt een toekomstige toestand van een systeem voorspellen zonder alle tussenstappen te kennen als je de analytische methode gebruikt. Maar bij cellulaire automaten moet je alle tussenstappen doorrekenen om te weten hoe de uitkomst zal zijn: je kunt de toekomst niet voorspellen, behalve door de toekomst af te wachten. [...] Fredkin legt uit: 'je kunt het antwoord op een vraag niet sneller kennen dan wanneer je volgt wat er gebeurt.' [...] Fredkin gelooft dat het universum letterlijk een computer is en dat het gebruikt wordt door iets of iemand om een probleem op te lossen. Het klinkt als een grap met goed en slecht nieuws: het goede nieuws is dat onze levens een doel hebben; het slechte nieuws is dat onze levens het doel zijn van een of andere hacker ver weg die pi wil uitrekenen met een oneindig groot getal achter de komma.
Ray Kurzweil (The Singularity is Near: When Humans Transcend Biology)
Het was als met een verhaal. Als met een boek. Wat is het dat wij van een boek verlangen? Dat iemand een ontwikkeling doormaakt - dat hij tot inzicht komt? Maar stel dat die ontwikkeling en dat inzicht er niet zijn? Dat staat in wezen toch ook veel dichter bij de werkelijkheid? Mensen die in hun leven een ontwikkeling doormaken zijn op de vingers van één hand te tellen. Om over inzicht nog maar te zwijgen. Nee, de werkelijkheid is dat wij altijd dezelfde blijven. We zien een film in de bioscoop en besluiten een ander leven te gaan leiden, maar de volgende dag zijn we dat alweer vergeten. We nemen ons voor om aardiger te zijn, om aandachtiger te luisteren. Dat houden we een halve dag vol. Daarna snauwen we weer als vanouds - het snauwen is dat ene afgedragen jasje dat ons het best past.
Herman Koch (Geachte heer M.)
Seventig tot negentig procent van de kippen in de winkel heeft een andere potentieel dodelijke ziektekiem onder de leden, de campylobacter. De kippen worden vaak door een chloorbad gehaald om slijk, stank en bacteriën weg te spoelen. Grote kans dat het de consument opvalt dat hun kip niet helemaal smaakt zoals het hoort - hoe lekker kan een met medicijnen volgepropte, van ziektes vergeven en met stront overdekte vogel in vredesnaam smaken? - dus wordt het vlees geïnjecteerd met kunstmatige geur- en smaakstoffen en zoutoplossingen zodat het oogt, ruikt en smaakt zoals we het intussen gewend zijn. (Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat kip- en kalokoenproducten, vaak zelfs met het predicaat 'natuurlijk', voor tien tot dertig procent bestaan uit toegevoegde geur- en smaakstoffen en water.
Jonathan Safran Foer (Eating Animals)
Mijn hele leven heb ik gezocht naar verwantschap, mezelf dikwijls genoeg wijsgemaakt dat er van zulk een verwantschap sprake was, terwijl die er nooit, met geen enkel ander mens, of andere groep van mensen, geweest is, en er ook nooit zal zijn. Met kollegaas kan ik geen zinnig woord wisselen, en met het soort mensen dat men gevoelsgenoten pleegt te noemen is het nog erger - hoogmoet of Selbsthaß spelen hierbij een geringe rol, geloof ik - want in hun gezelschap voel ik mij zelfs eenzamer dan wanneer ik alleen ben, niet omdat ze zijn zoals ze zijn, maar juist omdat ze maar gedeeltelijk zijn zoals ze zijn en bijna allen, zonder uitzondering, de Moed missen zich in te zetten voor datgene, dat zij beweren lief te hebben, alsook de moed om te vechten en er op los te rammen als het er op aankomst, inplaats van die anonimiteit te prefereren waarbij men doet of men tot een onderwereld behoort die zo spoedig mogelijk zou moeten worden uitgeroeid; wat een ellende, dat zonder geslachtsnaam zich voorstellen als 'Rudi' of 'Eddie', dat eeuwige geteem over de snit van een broer en 'waar heb je dat gekocht' en nooit, nooit, godverdomme, één verstandig woord, of desnoods een onverstandig woord, over kunst, politiek, ethiek, religie.
Gerard Reve (Op weg naar het einde)
Het huwelijk Toen hij bespeurde hoe de nevel van den tijd in d'oogen van zijn vrouw de vonken uit kwam dooven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt. Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij den baard en mat haar met den blik, maar kon niet meer begeeren, hij zag de grootsche zonde in duivelsplicht verkeeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard. Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar tòch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond. Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wasschen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in eenig ander land. Maar doodslaan deed hij niet, want tusschen droom en daad staan wetten in den weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat. Zoo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man dien zij hun vader heetten, bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke' aanblik bood.
Willem Elsschot
Ik weet niet wat het is met ons,' zei hij gelaten toen ik een week voor zijn dood de nacht naast hem doorbracht. 'We doen het er niet om maar op de een of andere manier vallen wij overal buiten. Heb je dat ook gemerkt? Word jij ook wel eens beslopen door het gevoel er niet bij te horen zonder dat je zou kunnen zeggen waarbij? Dat je rebels wordt genoemd alleen maar omdat je niet het riedeltje van Koekoek Eenzang zingt? Zorg daarom dat je zelf je plan trekt, ook als ik er niet meer ben, anders word je verpletterd door de horden. Het belangrijkste in het leven is zelfredzaamheid. Dan komt er een hele tijd niets, en dan komt voetje voor voetje de zachtheid aangeslopen. Zachtheid en zelfredzaamheid, daar gaat het om. Maar die zachtheid moet natuurlijk wel verdiend worden, dus daar moet men uiterst spaarzaam mee omgaan. Niet vergeten.
Charlotte Mutsaers (Harnas van Hansaplast)
Mijn worsteling is nooit geweest om een inhoud te vinden: ik had veeleer een teveel op het hart dan te weinig. Neen, het is altijd de vorm geweest, waarmede ik worstelde, als dat de juiste uitdrukking is. Inhoud heb ik altijd volop gehad, maar het was te veel tegelijk dat zich aandiende, en bijna alles daarvan joeg mij angst aan. Was ik gek? Zoude iemand anders het kunnen begrijpen? De geur van een Jongen zijn kleren; de tover van diens lichtval op diens haar; uniformen; het ruisen der zee; het ondoordringbare Woud, waar de Meedogenloze Jongen woont, alleen met zijn iets oudere broertje dat een vrome houthakker is en iets vermoedt van mijn mateloos verlangen. Troost is er nergens. De wind in de boomtoppen zingt: 'Voorbij...Voorbij...voor eeuwig...? 'En ik kan het woud nooit meer uit want de stukjes brood die ik achter mij gestrooid heb zijn alle door de vogeltjes opgegeten.
Gerard Reve (Zondagmorgen zonder zorgen)
Maar een trein vergeef je veel. Want de trein is een wonder waarover met grotere gebaren kan worden verteld dan over enig ander voertuig. De naam Stephenson galmde door alle klaslokalen, en misschien galmt hij zelfs in het klasje waar ik achteraan in de klas zat en van mijn stotterende buurman luizen kreeg nog altijd na. Wij hebben heldenverhalen gehoord over de eerste trein en niet over de eerste auto, wij weten dat België het dichtste spoorwegennet ter wereld heeft, dat de eerste Europese passagierslijn tussen Brussel en Mechelen liep en dat de koeien zodanig flipten op het voorbij denderen van die eerste trein dwars door hun ooit zo rustige wei dat de hele bevolking wel drie weken lang zure melk moest drinken waarop een vel lag van zo'n zeven duimen dik. Overdrijf ik? Een beetje, maar toch niet veel. Meester Buyle hief zijn armen ten hemel, zijn hoofd zwol op tot de foto van koning Boudewijn in de schaduw van zijn kaken stond wanneer hij oreerde over een tijd waarin België nog iets betekende op wereldvlak, over vooruitgang, over stationsgebouwen die werden opgetrokken als gotische kathedralen, en dat al die welvaart te maken had met de komst van de trein en de schitterende organisatie van onze spoorwegen. Ik ben er zeker van dat meester Buyle niet de enige leraar was die zich ooit op deze wijze voor het bord heeft aangesteld.
Dimitri Verhulst (Dinsdagland: Schetsen van België)
Op de gang staat nog altijd zijn ex te wachten. 'Je bent er nog?' vraagt hij. 'Je ruikt naar rook,' fluistert ze als hij stilstaat om haar een tweede keer te begroeten en meteen ook een tweede keer afscheid van haar te nemen. Hij had bijna haar hand willen pakken om alles nog eens over te doen. 'Je zou ermee stoppen.' 'Waarom fluister je? Ik ben psychiater, wij roken omdat we anders gek zouden worden en omdat we op die manier tenminste nog één ding gemeen hebben met de meeste patiënten: de sigaret.' 'Ik fluister omdat ik je niet wil beschamen. Altijd dezelfde frasen, dezelfde excuses. Hoe kun je mensen weerhouden van zelfdestructie als je er zelf mee bezig bent?' 'Dat is een paradox,' zegt Kadoke. 'Gezondheid, geestelijke gezondheid houdt in dat je die paradoxen leert aanvaarden, dat je ermee leert leven, met het onvolmaakte, ja degene die jou komt weerhouden van zelfdestructie rookt, is dat nou zo erg?
Arnon Grunberg (Moedervlekken)
Want niet alleen God is voor de wereld verloren gegaan, maar ook de duivel. Zoals het kwaad op verwensbeelden wordt geschoven, zo wordt het goede geschoven op wensbeelden die men vereert omdat ze datgene doen wat men zelf ondoenlijk vindt. Men laat andere mensen zwoegen terwijl men vanaf een zitplaats toekijkt, dat is de sport; men laat mensen de eenzijdigste overdrijvingen te berde brengen, dat is het idealisme; men schudt het kwaad van zich af en degenen die ermee worden bespat, dat zijn de verwensbeelden. Zo krijgt alles op de wereld zijn plaats en zijn ordening, maar deze techniek van heiligenverering en zondebokkenmesterij door afschuiven is niet ongevaarlijk, want ze vervult de wereld met de spanningen van alle onuitgevochten innerlijke conflicten. Men slaat elkaar dood of verbroedert zich zonder ooit zeker te weten of men dat in volle ernst doet, omdat men immers een deel van zijn wezen buiten zichzelf heeft, en alle gebeurtenissen schijnen zich half vóór of achter de werkelijkheid te voltrekken, als een spiegelgevecht van de haat en de liefde. Het oude geloof in demonen, dat voor al het goede en het slechte waarmee men te maken kreeg de hemelse of helse geesten aansprakelijk stelde, werkte veel beter, accurater en netter, en men kan slechts hopen dat wij daar met de voortschrijdende ontwikkeling van de psychotechniek weer naar terug zullen keren.
Robert Musil (Der Mann ohne Eigenschaften: Erstes Buch (German Edition))
Het tweede is dit: wanneer je kind sterft, voel je alles wat je zou verwachten, gevoelens die door zo veel anderen al zo goed beschreven zijn dat ik niet eens de moeite zal nemen ze hier op te sommen, behalve dat ik wil zeggen dat alles wat over rouw geschreven is één pot nat is, en het is één pot nat met reden: omdat niemand werkelijk van de tekst afwijkt. Soms voel je wat meer van het een en minder van het ander, en soms voel je het in een andere volgorde, en soms langer of korter. Maar de gevoelens zijn altijd hetzelfde. Maar nu komt er iets wat niemand zegt: als het jouw kind is, voelt een deel van jou, een piepklein maar niettemin onmiskenbaar deel van jou, ook opluchting. Want eindelijk is het moment gekomen dat je al verwachtte, waar je voor vreesde, waarop je je hebt voorbereid sinds de dag dat je een kind kreeg. Aha, zeg je bij jezelf, daar is het. Het is zover. En daarna heb je nooit meer iets te vrezen.
Hanya Yanagihara (A Little Life)
Toen gebeurde het dat zijn grootmoeder voortijdig overleed; gebeurtenissen zijn immers niets anders dan onmogelijkse tijden en onmogelijke plaatsen, je wordt op een verkeerde plaats neergelegd of vergeten en je bent zo machteloos als een ding dat door wordt opgeraapt. Ook wat veel later gebeurde, gebeurt duizenden keren op de wereld, en het was alleen niet te begrijpen dat het Tonka overkwam. De dokter verscheen dus, de lijkbezorgeres kwamen, de overlijdensakte werd ingevuld en grootmama begraven - het een volgde heel gladjes op het andere zoals dat nou eenmaal hoort in een nette familie. De erfenis werd geregeld; je mocht blij zijn dat je daaraan niet mee hoefde te doen; slechts een enkel punt in de nalatenschap vereiste de aandacht: de verzorging van juffrouw Tonka met de prachtige achternaam, die een van die Tsjechische familienamen was die 'hij zong' of 'hij kwam over de weide' betekenen. Er was een arbeisovereenkomst. Het meisje zou behalve haar loon, dat laag was, voor elk voltooid dienstjaar met een bepaald bedrag in de erfenis bedacht worden, en omdat men met een vrij lang ziekbed van grootmama rekening had gehouden en, overeenkomstig de te verwachten steeds moeilijker wordende verpleging een langzaam oplopend bedrag had vastgesteld, leidde dat ertoe dat het geringe bedrag op een jong iemand een stuitende indruk moest maken, als hij de opgeofferde maanden van Tonka's jeugd in minuten zou omrekenen.
Robert Musil
We zijn zeventien, achttien, negentien, halfgaar uit de mallen van onze respectievelijke gezinnen gerold en nu, zonder die behuizing, zonder die vaste vorm, lijkt het alsof we uitvloeien. We zoeken naar een leven dat bij ons gaat passen. Een karakter, een imago, een stijl, een doel misschien of anders in elk geval een typische eigenschap of opvallend taalgebruik. Iedereen kan niet wachten de eerste stappen te zetten en tegelijkertijd jaagt het ons allemaal grote angst aan.
Sacha Bronwasser
Hoe leg je uit wat weerloosheid is en tot wat een mens in staat kan zijn als uw toehoorder nooit heeft gevoeld wat het is om zelf een mogelijke smeerlap te zijn, dat het een zegen is en een vloek dat nooit te hebben gevoeld en dat woede in de fauteuil niks meer is dan schijnheiligheid die blind is voor zichzelf? Mensen zeggen al wel eens dat ge eerst in andermans schoenen moet staan voor ge echte kennis opdoet. Maar ook dat is schijnheilig, want met andermans schoenen wordt altijd weer bedoeld: die van het slachtoffer. Geen woord wordt er gerept over de schoenen van hen die zich misschien geprikkeld voelden om mee te doen. Voor ge de bloeddorst van een ander aanklaagt, van iemand die ge zelfs niet kent, zoudt ge verplicht moeten worden te ervaren wat heimelijke bloeddorst betekent die wordt aangemoedigd door hen die de touwtjes in handen hebben, wier spel gij meespeelt, of ge nu wilt of niet, de bloeddorst, met andere woorden, die ieder in zich heeft.
Jeroen Olyslaegers (Wil)
Voor verslavingen moet je geen excuses zoeken, maar motieven. Excuses zoek je om geen spijt en schuld te hoeven voelen, maar een speurtocht naar jouw eigen motieven leidt je juist naar het hart van je schuld en daar, op die rare plek waar het duister is van onbegrip, pijn en ontkenning, daar ligt het enige terrein waar je de mogelijkheid geboden wordt om je schuld te veranderen in kennis. Met kennis valt te leven, met schuld niet. De meeste mensen geloven dat dat halfzachte spreekwoord, wat niet weet, wat niet deert, dat dat ook voor jezelf opgaat, maar zo werkt het niet. Wat je over iemand anders niet weet, dat weet je niet en zolang je het niet weet kan het je ook geen pijn doen, dat is zo klaar als een klontje, maar je weet in zekere zin alles van jezelf. Dat is ook logisch, want jij bent de enige die zijn eigen leven helemaal in zijn eentje meemaakt en daar weet van zou kunnen hebben. Bij jou ligt iedere minuut van een leven opgeslagen, hoe dan ook. Bij wie anders? Dat maakt mensen op zijn minst nog interessant, dat ze een vat van wetenschap vormen van tenminste een leven, hun eigen. Waar het nu eigenlijk allemaal om draait is de manier waarop je weet hebt van jezelf, dat is het belangrijkste. Sommige mensen weten niks van zichzelf. Ze hebben de enige echte wetenschap en geschiedenis niet tot hun beschikking en kunnen ze niet lezen, omdat ze die op de foute plek bewaren. Schuld is zo’n wetenschap over jezelf die op de verkeerde plaats in je archief is opgeslagen. Ze is dan geen kennis van de schuld, maar ze heeft de vorm aangenomen van iets anders dan woorden, waardoor je er niks mee kunt en er alleen maar dik van wordt, of chagrijnig of lusteloos. Kennis hoort thuis in de geest, waar anders? Ik zou niet weten waar de woorden anders konden verblijven dan in de geest. Ze lijken op geest en op ziel en op dat andere ontastbare, waarvan je weet dat je het hebt, maar dat je niet kunt zien en waarover je bijna niet kunt praten. Zo zie ik het. En daarom krijgt ook alle kennis die je eigenlijk over jezelf zou moeten hebben en die niet in die onzichtbare vorm van woorden in jouw ziel mag wonen, een andere gedaante, een zichtbare en een lastige, bijvoorbeeld een kilo overtollig vlees aan je lichaam of iets anders waaronder je lijdt en wat je met je meesleept en waarvan je niet weet waarom je het hebt, maar wat iedereen aan jou kan zien, omdat het ervoor zorgt dat je altijd dezelfde domme fouten maakt.
Connie Palmen (De vriendschap)
We zijn inferieure schepselen, net goed genoeg om te jongen. We hebben eierstokken, moeten ons er iedere maand bij neerleggen dat we bloeden, we zijn afhankelijk van de maan. Onze hersenen zijn minder ontwikkeld dan die van onze metgezellen en onze lichaamskracht is geringer. In alle omstandigheden zijn we emotioneler. Als een vrouw ziet dat een rivale mooiere schoentjes draagt dan zij zelf, zal ze niet ophouden de ander omlaag te halen en te kwetsen. Kun je je twee mannen voorstellen die elkaar verfoeien vanwege hun molières? Mannen wedijveren met elkaar op het niveau van geld, ambitie en intelligentie. Zij hebben het vermogen tot afstand nemen en onthechting, terwijl vrouwen iedere beheersing verliezen zodra ze een poederdoos of een ring zien. Nooit zal een vrouw een Michelangelo, een Bach of een Palladio zijn. Grote filosofen met een rok aan bestaan niet. Hoe wil je dat ze systemen ontwerpen zoals Kant, Hegel of Marx? Een dergelijk abstraherend vermogen kan niet ontstaan in de geest van een pop.
Claire Goll
En er rees in him een vreemde verwondering op, een verwondering, dat een mens steeds zichzelve, steeds zijn eigen individu was, zonder zich ooit te kunnen verwisselen in de persoonlijkheid van een ander. Dikwijls, zonder de minste aanleiding, doemde die verwondering bij hem op, te midden van de vrolijkheid der anderen en vulde zij hem met een grote verveling bij de gedachte aan het onherroepelijke noodlot, dat hij steeds Vincent Vere was en wezen zou, dat hij nimmer herboren kon worden in een geheel ander schepsel, dat ademde onder geheel andere omstandigheden in een geheel anderen kring. Hij zou graag verschillende gemoedslevens hebben doorleefd, in verschillende eeuwen hebben bestaan, en in telkens wisselende metamorfozen zijn geluk hebben willen zoeken. En dat verlangen scheen hem tegelijkertijd zowel zeer kinderachtig, om de bespottelijke onmogelijkheid, als zeer verheven, om de grootse onbereikbaarheid, die het omvatte, en hij meende, dat niemand dan hij zulk een verlangen koesterde en gevoelde zich zeer hoog boven andere mensen geplaatst... In die mijmering van hem, of de drie anderen zeer ver van hem waren, als van hem gescheiden door den nevel van rook... Een gevoel van lichtheid doorzweefde eensklaps zijn hersenen; het werd, of hij elk voorwerp met heller kleuren zag, hun gelach en gepraat harder hoorde klinken in zijn oor, als op een plaat van metaal, den geur van de tabak, vermengd met een aroom van gestorten wijn, in meer scherpte rook, terwijl de anderen in zijn slapen en zijn polsen klopten, alsof zij barsten zouden...
Louis Couperus (Eline Vere)
..kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug.
Arthur Japin (Een schitterend gebrek)
Vol schaamte dat ik niet genoeg liet horen over uw schoonheid, vrouwe, denk ik weer hoe zij mij zozeer trof, die eerste keer, dat mij geen ander ooit nog zal bekoren. Maar u te loven is mij niet beschoren: te ontoereikend blijkt mijn ganzenveer. Mijn hersens lijken, als ik het probeer, verlamd te zijn en in ontzag bevroren. Vaak ving ik aan te zingen, maar moest zwijgen omdat mijn krachten mij begaven, want welk stemgeluid kan tot uw hoogte stijgen? Vaak wilde ik een lofdicht op u maken, maar schroom heeft steeds mijn pen, mijn hoofd, mijn hand gedwongen om die pogingen te staken. (Ike Cialona)
Francesco Petrarca
Je kan gewoon zitten tobben en je eigen gek maken en tenslotte je eigen ophangen en je kan ook je tobben een beetje in een vorm zetten, schrijven, er geld voor krijgen, je eigen in leven houden, niet afhankelijk zijn van andere mensen en onopgemerkt, in onopvallende kledij rondlopen en door iedereen met rust gelaten worden, dat is prachtig. Met al je zenuwen en al je gevoeligheid. Want er zijn er tienduizenden en honderdduizenden die zoals ik rondmarcheren en die leggen zich toevallig niet op het schrijven toe en kunnen niet schrijven. En dat is een stuk lastiger. Want ze moeten door anderen in leven gehouden worden of ze moeten zich schikken op een kantoor.
Gerard Reve
Eind van de middag, ik was net uit school thuisgekomen (daar had ik zorgvuldig geheimgehouden dat ik jarig was om te voorkomen dat ik zou moeten trakteren, want daarvoor wilde mijn moeder mij geen versnaperingen meegeven), kwam mijn grootvader met zijn cadeau aanzetten. Aan de alsmaar naderbij komende, zeer krachtige tikken van zijn wandelstok op de trottoirtegels kon je horen dat hij zich erop verheugde andermaal een naar hem vernoemde kleinzoon gul te bedelen. Hij droeg een groot pak en overhandigde mij dat in de woonkamer. Plechtig verwijderde ik het papier. Wat mij op mijn achtste jaar ten deel was gevallen, bleek een vorstelijke meccanodoos te zijn. Weliswaar geen nieuwe fiets, maar toch iets ongehoords. Mijn grootvader verwijderde zich weer, want er was op dat moment niemand bij de hand om mee te dammen. Mij leek toen het grote ogenblik gekomen om de meccanodoos verder uit te pakken en ermee aan de slag te gaan. Toen ik aanstalten maakte om hem te openen, riep mijn moeder: 'Wat doe je nou?' 'Ik ga hem openmaken, ik wil ermee spelen.' 'Ben je helemaal betoeterd geworden? Zo'n duur cadeau. Blijf af.' 'Maar... maar... ik heb hem toch van opa gekregen. Ik wil ermee spelen.' 'Geen sprake van, afblijven. Zo'n duur cadeau, en daar wou je zomaar met je tengels aanzitten? Niks hoor, ik zet hem weg.' Ze pakte de meccanodoos op en plaatste hem achter lakens en slopen in het dressoir. Toen mijn vader thuiskwam, werd de doos weer tevoorschijn gehaald en wederom vol verbazing aanschouwd. Zeker, het was geen nieuwe fiets, maar toch... Wat een cadeau. 'Opa 't Hart is maar goed op je,' zei mijn vader. 'Maar ik mag er niet mee spelen,' zei ik verongelijkt. 'Nee, natuurlijk niet,' zei mijn vader, 'daar heeft je moeder groot gelijk in, zo'n duur cadeau, het zou gekkenwerk zijn als je daar met je poten aan zou zitten. D'r kan zomaar een schroefje of moertje of ander onderdeeltje kwijtraken, niks hoor, je moeder bergt hem weer netjes op.' 'Zo is het,' zei mijn moeder, en weg ging de meccanodoos.
Maarten 't Hart (Magdalena)
Ze zullen allemaal in één klap verwijnen, zoals ook zijn verdwenen de miljoenen beelden achter de voorhoofden van grootouders die een halve eeuw geleden zijn overleden, van ouders die intussen ook dood zijn. Beelden waarop je als kleuter voorkwam naast andere mensen die al waren overleden voordat je geboren was, precies zoals in onze herinneringen onze jonge kinderen aanwezig zijn naast onze ouders en onze schoolvriendinnen. En eens zullen wij in de herinneringen van onze kinderen voorkomen te midden van kleinkinderen en van mensen die nog niet geboren zijn. Het geheugen stopt nooit, net zomin als de seksuele begeerte. In het geheugen vindt de koppeling plaats tussen de doden en de levenden, tussen werkelijke en gefantaseerde wezens, tussen droom en geschiedenis.
Annie Ernaux (Les Années)
Iedereen ontdekt vroeg of minder vroeg in zijn leven dat het volmaakte geluk onbereikbaar is, maar weinigen staan stil bij de tegenovergestelde gedachte: dat hetzelfde geldt voor het volmaakte ongeluk. De krachten die zich tegen de verwezenlijking van die beide uitersten verzetten zijn van dezelfde aard: ze komen voort uit onze menselijke staat, die niets dat oneindig is verdraagt. Onze altijd onvoldoende kennis van de toekomst verzet zich ertegen, die we in het ene geval hoop noemen en in het andere ongewisheid over de dag van morgen; onze zekerheid van de dood, die aan elke vreugde, maar ook aan elk lijden een grens stelt; onze onvermijdelijke materiële zorgen, die een duurzaam geluk in de weg staan, maar ook aanhoudend onze aandacht afleiden van het ongeluk dat op ons drukt en ons besef daarvan fragmentarisch en daarmee draaglijk maken.
Primo Levi (If This is a Man)
Het centrale proustiaanse besef bestond eruit dat niets in de psychologie van de mens eenvoudig is en dat er geen misleidender gedrag bestaan dan dat wat voor de hand liggend lijkt. Niet alleen draagt iedereen een masker, maar mensen hebben ook verschillende maskers, een hele garderobe vol, voor verschillende gelegenheden. Het leven is een gemaskerd bal waar alle deelnemers met een grote koffer vol maskers naartoe komen voor elke ontmoeting een ander exemplaar opzetten. Mensen begrijpen wordt nog verder bemoeilijkt door het feit dat alle kennis over anderen relatief is en volledig afhangt van de waarnemer (wat dat betreft zat Proust op één lijn met de moderne fysica). Er kan geen onbevooroordeeld, goddelijk begrip zijn, want de waarnemer oefent altijd invloed uit op de geobserveerde. Een ander probleem is dat de geobserveerde een bewegend doelwit is: mensen veranderen voortdurend, maar op subtiele manieren die moeilijk waarneembaar en nog moeilijker te beschrijven zijn. Een van de lastigste opgaven voor een romanschrijver is om het karakter weer te geven als een proces, als een voortdurend op onvoorspelbare manieren veranderende entiteit die tegelijk, paradoxaal genoeg, in essentie hetzelfde blijft. [...] Het sociale leven is dus een ingewikkeld rollenspel tussen wat mensen eigenlijk zijn, wat ze zelf denken te zijn, hoe graag door anderen gezien willen worden en wat anderen feitelijk zien. Het komt maar zelden voor dat deze percepties met elkaar overeenkomen. Mensen veranderen ook voortdurend, maar zijn zich daar overwegend niet van bewust omdat ze zodanig door het rollenspel in beslag worden genomen dat ze geen ruimte hebben om nog iets anders dan hun eigen optreden te zien - en dus zijn de mogelijkheden voor misverstanden en conflicten schier eindeloos.
Michael Foley (Lang leve het gewone. De lessen van het alledaagse leven.)
Bede Het is een voldoening te weten dat je goed hebt gehandeld, steeds je plicht hebt gedaan, je gegeven woord hebt gehouden en nooit meineed hebt gepleegd om een ander te bedriegen. Er wacht jou dan ook een lang leven vol vreugde, Catullus, na deze onbeantwoorde liefde. Alle goeds dat mensen elkaar kunnen zeggen of doen, heb jij gezegd of gedaan. Door haar verraad heb je al je vertrouwen verloren. Waarom je nog afmartelen? Verman je, trek je terug en maak jezelf niet ongelukkig tegen de wil van de goden. Het is lastig om een oude liefde op te geven, het is lastig, maar noodzakelijk. Dat is je enige redding, je enige kans op zege. Doe het of je nu kan of niet. Goden die vol mededogen al zovelen hebt bijgestaan in het aanschijn van de dood, red een ongelukkig mens die voorbeeldig heeft geleefd, van deze pest en plaag, van deze onlust die hem door merg en been drong en alle levensvreugde benam. Ik vraag niet dat zij me zou liefhebben of trouw zou zijn (dat is onmogelijk) ik wil alleen van haar genezen. Goden, gun mij die genade, ik heb mijn plicht gedaan. (Paul Claes)
Catullus
Maar je ziet het als je oefent. Je contouren die dunner worden, je silhouet dat vervaagt. Je bent nog niet helemaal verdwenen. Dat duurt een hele poos. Jaren. Maar je verdwijnt. Je verdwijnt voor jezelf, wordt een ander, elke dag. Je bent niet wie je ooit was. De microscopisch kleine cellen die je gezicht vormen op de foto die je ouders in de kamer hebben hangen, zijn weg, vervangen door nieuwe. Je bent niet meer wie je was. Maar ik ben er nog wel, de atomen wisselen van plek. Zo is het ook met de mensen van wie je houdt. Met bijna stilstaande snelheid verkruimelen ze in je armen en je zou willen dat je je aan iets bestendigs in hen kon vastklampen, hun skelet, hun tanden kon vastpakken, de hersencellen, maar dat kun je niet, want bijna alles is water en het heeft geen zin dat vast te houden. Alle sporen verdwijnen, stukje bij beetje. En later verdwijnen de sporen die ze hebben achtergelaten, het huis waarin ze woonden, de tekeningen die ze voor je maakten, de woorden die ze op briefjes schreven. De herinneringen waarmee je achterblijft zullen uiteindelijk ook loslaten, als oud behang, en mettertijd zal het niet meer mogelijk zijn om antwoord te geven op de vraag of er op deze planeet aan de rand van dit perifere zonnestelsel ooit leven is geweest.
Johan Harstad (Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?)
Feiten, zei ik. Wat zijn feiten? Feiten zijn niets meer dan toevalligheden, die net zo goed anders hadden kunnen zijn. Wanneer er op de zesde dag van de wassende maan van de maand Maimakterion een aardbeving plaatsvindt, is er geen enkele reden te bedenken waarom deze niet had kunnen plaatsvinden op de vierde dag van de afnemende maan van Mounychion. De grote koning van Perzië kan evengoed eerder of later sterven dan de dag waarop hij sterft. De weldadige schaduw van de wilg en de plataan waarin wij jaren geleden over hem hebben gesproken, had ook geworpen kunnen zijn door een eik en een notelaar. Ik had ook kunnen uitglijden toen ik op het strand van Kyzikos oog in ○00 kwam te staan met Mindaros, Spartaanse admiraal waardoor de Hellespont, de Bosporus en de oorlog misschien verloren waren geweest voor Athene, Elke gebeurtenis is de worp van een dobbelende hand. De geschiedenis ontbeert logica. Met onze interpretaties achter af proberen we de loop van de gebeurtenissen uit alle macht in een voor ons bevredigend stramien van oorzaken en gevolgen te persen, maar de feiten als zodanig zijn manifestaties van willekeur. Daardoor zijn feiten nog eenvoudiger te bestrijden dan abstracte waarheden. Als ik mij van een onwelkom feit wil ontdoen, maak ik er een mening van door mijn eigen onwaarheid er als mijn eigen mening tegenover te stellen. Vervolgens is het eenvoudig voor mij om het debat te winnen en de meerderheid van het volk van de waarheid van mijn leugen te overtuigen, want de pleitbezorger van de feiten wordt gehinderd door de beperking die hem wordt opgelegd door de omstandigheid dat de willekeur van zijn feiten samenhang ontbeert en niet noodzakelijkerwijs een goed verhaal oplevert, terwijl als leugenaar vrij ben als een vogel, mij niets hoef aan te trekken van de hinderlijke feiten en een verhaal kan verzinnen dat meer logica vertoont en geloofwaardiger is dan de werkelijkheid. En omdat waarschijnlijkheid een groter gewicht in de schaal legt dan waarheid zoals wij eerder hebben geconcludeerd, maakt de waarheidsverteller vanwege zijn gebondenheid aan willekeurige feiten geen schijn van kans tegen de vrijheid van de leugenaar.
Ilja Leonard Pfeijffer (Alkibiades)